„Links beeld van ChristenUnie mag best wat genuanceerd”
Een ChristenUnie-kamerlid treedt toe tot de raad van advies van de conservatieve Edmund Burke Stichting. Een vreemde stap? „Integendeel”, vindt E. van Middelkoop. „Er zijn heldere lijnen te trekken van Burke naar Groen.” En: „Als mijn zeer beperkte activiteit voor deze stichting het eenzijdige, linkse beeld van de ChristenUnie wat kan nuanceren, ben ik al erg tevreden.”
Voor de hand lijkt het in eerste instantie niet te liggen. Wat heeft een kamerlid van een als progressief bekendstaande partij als de ChristenUnie te zoeken in de raad van advies van de conservatieve Burke Stichting? Van Middelkoops eigen partij heeft zich het afgelopen jaar nogal sceptisch en terughoudend getoond tegenover de avances en het gedachtegoed van de nieuwe conservatieven. „Allemaal leuk en aardig, maar christelijke politiek is en blijft iets héél anders”, zo kan de reactie van veel ChristenUnie-vertegenwoordigers worden samengevat.
Van Middelkoop kijkt daar wat anders tegen aan. „In de eerste plaats wil ik benadrukken dat mijn activiteit voor de Burke Stichting beperkt is. Het enige wat ik doe, is mijn naam eraan verbinden in aanbevelende zin. Volgens mij is deze club de moeite waard en dat wil ik ook publiekelijk laten merken.
Dat zou ik overigens nooit gedaan hebben als de Burke Stichting, al was het maar op de lange termijn, uit zou zijn op een nieuwe politieke partij. Maar het is nadrukkelijk niet haar bedoeling dat ooit te worden. Het is zelfs niet de opzet om straks met een soort conservatief manifest te komen, dat door vertegenwoordigers van verschillende partijen gesteund zou worden. Ook dat zou voor mij een stap te ver zijn. Maar nu het blijft bij een discussieplatform voor het conservatieve gedachtegoed, kan ik dat alleen maar warm aanbevelen.”
Hoezo?
„Ik denk dat dit een gezond tegenwicht kan bieden tegen het politieke, culturele en intellectuele klimaat in Nederland, dat sinds de jaren zestig sterk door linkse krachten is beheerst. Vaak waren die linkse krachten destructief en seculariserend.
Het is juist dat onderliggende denken in de maatschappij geweest, meer nog dan wetgevende activiteiten door kabinet en Kamer, dat ons gebracht heeft bij homohuwelijk en euthanasiewet.
Het is mooi dat er nu een discussieplatform is dat tegen die stroom ingaat en waar men ook sprekers uit het buitenland uitnodigt. Zóveel intellectueel debat hebben we hier te lande niet.”
Wie in een raad van advies gaat zitten, heeft een flinke dosis affiniteit met de desbetreffende organisatie.
„Ik denk dat er veel raakvlakken zijn tussen het gedachtegoed van de conservatieven en van christelijke politici. Onlangs was ik op een bijeenkomst van de Burke Stichting over de verzorgingsstaat. Daar spraken mensen van het Acton Institute in Amerika, met wie ik het vaak roerend eens was. Zij spreken onbekommerd over soevereiniteit in eigen kring en over de sociaal-politieke rol van de kerk in de samenleving, zeg maar: het diaconaat.
Dat wil niet zeggen dat ik me aan hen uitlever. Als ik de opvattingen van diezelfde Amerikanen over de markteconomie hoor, zou ik daar niet voor willen tekenen.”
Biedt het conservatisme inzichten die het christendom mist?
„Het gedachtegoed van Kinneging en de zijnen is beslist verrijkend. Kijk, de stichting is genoemd naar de 18e-eeuwse denker Edmund Burke. Van hem zijn heldere lijnen te trekken naar Groen Van Prinsterer. Wat zou mij dan beletten in de Edmund Burke Stichting te participeren? Als confessioneel politicus grijp ik elke kans om de stijl van denken van Groen breder ingang te doen vinden met beide handen aan.
Ja, in die stichting zijn ook niet-christenen actief. Daarvoor is het dan ook een vrijblijvend platform voor een open debat. Ik vind dat prima. Waar kan een conservatief VVD’er, die net als wij afkerig is van euthanasie en homohuwelijk, met zijn opvattingen anders terecht? Binnen paars vindt hij geen enkel gehoor meer.”
Maar uw partij staat aan het Binnenhof juist als progressief, als overwegend links, bekend.
„Die omschrijving klopt maar zeer ten dele. Voor onze achterban geldt zij nog minder dan voor de fractie. Het is waar dat we op sociaal-economisch terrein en op milieugebied nogal eens met de linkerzijde van de Kamer meestemmen. Maar op de portefeuilles waar ik actief ben –Europa, de multiculturele samenleving, terrorismebestrijding–, heb ik geen enkele behoefte in het linkse kamp gerekend te worden.
Je moet wel beseffen: paars is alle idealisme voorbij. In de ogen van deze coalitie is iemand met een uitsproken opvatting al snel radicaal of links. In die context verliest zo’n begrip eigenlijk elke betekenis.
Ik ga geheel op persoonlijke titel in deze raad van advies zitten. Maar als mijn zeer beperkte activiteit binnen de Burke Stichting kan bijdragen aan een genuanceerder beeld van de ChristenUnie, zou ik daar al heel tevreden mee zijn.”