Woorden Thatcher galmen na in EU
BRUSSEL - „I want my money back”, ik wil mijn geld terug. Deze historische woorden uit 1984 van de toenmalige Britse premier Thatcher galmen de komende weken na als de EU probeert een akkoord tot stand te brengen over de meerjarenbegroting.
Maandag zal de regering in Londen, die momenteel het roulerend voorzitterschap van de Unie bekleedt, een voorstel presenteren dat de basis vormt voor de slotonderhandelingen. Twee dagen later wijden de ministers van Buitenlandse Zaken er een speciaal conclaaf aan. Op 15 en 16 december ontmoeten de politieke leiders van de 25 lidstaten elkaar voor het finale overleg.De vooruitzichten zijn niet gunstig. Wat gebeurde in juni, dreigt zich te herhalen: de vereiste consensus blijft uit. Er zit tot dusver in ieder geval geen schot in de zaak. Partijen betrekken hun oude stellingen. Het wordt bijzonder moeilijk, klinkt het herhaaldelijk van de zijde van het Verenigd Koninkrijk.
De Britten vervullen een cruciale rol. Zij voeren op dit moment de regie over de EU en zijn als zodanig geroepen compromissen te smeden. Eindigt de slag om de centen zonder een alomvattende deal, dan zullen velen hun opereren als voorzitter in de lopende zes maanden als een mislukking beschouwen. Dat zou een smet betekenen op het blazoen van Blair, die voor de zomervakantie met veel ambities zijn Europese missie aanving.
De manoeuvreerruimte voor hem is echter beperkt, want hij moet ook letten op de enorme nationale belangen. Zijn land beschikt op het punt van de omvang van de contributie aan de kas van de Unie over een bevoorrechte status.
De premier uit Downing Street staat in het beraad met zijn collega’s onder zware druk om dat privilege op te geven, maar als hij zwicht, zal hem dat aan het thuisfront veel hoon opleveren. En dat terwijl de nederlaag in het Lagerhuis over maatregelen in de strijd tegen het terrorisme zijn positie toch al flink heeft aangetast.
Groot-Brittannië mag Thatcher nog steeds bijzonder dankbaar zijn. Het verdient tot op heden jaarlijks enkele miljarden euro’s aan de uitzonderingsbepalingen die zij in juni 1984 wist af te dwingen. Op een top in het Franse Fontainebleau werd afgesproken dat het VK van elk pond sterling dat het volgens de normale spelregels dient af te dragen aan de EU, twee derde terugkrijgt. Een royale korting ofwel ”rebate”, die thans rond 5 miljard euro per jaar bedraagt en die, als er geen wijzigingen worden aangebracht, in de budgetperiode van 2007 tot en met 2013 stijgt tot gemiddeld zo’n 8 miljard.
De situatie onder Thatcher verschilde aanzienlijk van die van nu. Bij haar aantreden, in 1979, was de betrokken lidstaat een van de economisch zwakste landen binnen het verenigd Europa. De landbouwsubsidies slokten het merendeel, ongeveer 70 procent, van de uitgaven op van wat toen nog heette de EG, terwijl het VK een relatief kleine agrarische sector had; de industrialisatie was er eerder begonnen. Het ontving daardoor, in verhouding tot bijvoorbeeld Frankrijk, weinig uit de pot in Brussel. Per saldo functioneerde het als een van de voornaamste nettobetalers.
De ’ijzeren dame’ wenste dat niet langer te accepteren. We vragen niemand om geld, we willen alleen ons eigen geld terug, luidde haar redenering. De kwestie werkte verlammend, want bij elk dossier legde Londen een relatie tot dit twistpunt.
De vasthoudendheid loonde. Thatcher, zwaaiend met haar handtasje, handhaafde haar eis voor een permanent correctiemechanisme op dit terrein en bondskanselier Kohl en president Mitterrand gingen uiteindelijk door de knieën.
Vandaag de dag is de Britse economie juist een van de sterkste binnen Europa en zijn de landbouwuitgaven teruggedrongen tot rond de 40 procent. Met name Frankrijk, dat de grootste bijdrage levert aan de bekostiging van de compensatie voor de Britten, vindt dat de voorkeursbehandeling die de natie aan de overzijde van het Kanaal geniet, hoognodig aan herziening toe is. Dat bracht president Chirac in juni frontaal in aanvaring met premier Blair.
Het voorstel bij de besprekingen toen luidde om de rebate geleidelijk af te bouwen of, zoals geopperd in een latere fase van die onderhandelingen, op z’n minst te bevriezen.
Blair wilde echter alleen een discussie over een aanpassing als er tevens uitzicht zou komen op verdere hervormingen binnen de landbouw. Maar daarover viel weer niet te praten met Frankrijk, dat als geen ander land profiteert van de steun aan de boeren.
Subsidies op dat terrein zijn niet meer van deze tijd, menen de Britten. Zij omarmen van oudsher het concept van open grenzen en vrije concurrentie. De financiële middelen kunnen beter gebruikt worden voor doelen als onderzoek en innovatie, die de Europese slagkracht in de hedendaagse mondiale economie versterken, betogen zij.
Maandag zullen we zien hoe zij hun opvattingen vertalen in concrete cijfers.