Centraal bij de rechtbank in Zutphen stond woensdag de vraag wat er is verdiend aan henneptransporten die tussen januari 2003 en mei 2005 vanuit Harderwijk en Ermelo richting Italië gingen.Justitie houdt het erop dat de twee hoofdverdachten, Harry S. (37) uit Ermelo en Arne S. (36) uit Maartensdijk, minstens 720 kilo hennep naar Italië smokkelden en daar ieder ruim 1,2 miljoen euro beter van werden. De advocaten van beiden zitten daar in hun berekening stukken onder; zij stelden dat de zuivere winst niet meer heeft bedragen dan 67.500 en 85.000 euro. De twee (geen familie van elkaar) werden op 10 mei aangehouden, samen met een aantal medeverdachten.

In tegenstelling tot Harry S. wilde Arne S. de rechtbank wel wat vertellen over zijn handel en wandel die tot zijn aanhouding leidde. „Ik word afgeschilderd als een soort Hakkelaar, die miljoenen vergaard zou hebben. Dat is niet zo, ik fungeerde als doorgeefluik.”

Volgens Arne S. was de in- en verkoop van de softdrugs niet aan hem; wel het doorsluizen ervan. „Ik kreeg gemiddeld 250 euro per kilo”, luidde zijn verhaal. Volgens de officier zou de winst 2100 euro per kilo zijn geweest.

„Alles wat ik zeg, wordt verdraaid”, meende Harry S., die dan ook niet veel zin had om antwoord te geven. Hij voelde zich „erbij gelapt” en beriep zich op zijn zwijgrecht. Zijn raadsman vond dat van leiderschap niet kan worden gesproken. „Er was niets om leiding aan te geven, er was geen enkele structuur te bekennen. Ze zijn er te dom voor, zeggen hun medeverdachten.”

Voor wat betreft de ontnemingsvorderingen werd door beide raadslieden gesteld dat bij de huiszoekingen geen geld is gevonden en dat ook niet gebleken is dat de twee buitenlandse rekeningen in Luxemburg of Liechtenstein hebben. „De officier heeft met de ontneming veel te hoog ingezet.”

Naast de leiders stonden gisteren en dinsdag nog zes andere verdachten uit het Gooi terecht, die in meer of mindere mate betrokken waren bij de uitvoer en de criminele organisatie. Tegen hen werden celstraffen van drie maanden voorwaardelijk tot vijftien maanden onvoorwaardelijk geëist.

De rechtbank doet uitspraak op 13 december.