Brussel wil vangst platvis reduceren
BRUSSEL - Nederlandse vissers op platvis moeten komend jaar 15 procent van hun vangstdagen inleveren.
Dat staat in een voorstel van de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, van woensdag. Op die manier wil Brussel het kabeljauwbestand in de Noordzee op peil brengen. De Europese visserijministers moeten volgende maand nog instemmen met het plan. Ieder jaar worden de maximale vangsthoeveelheden voor een nieuw jaar vastgesteld.De kabeljauwvloot heeft de afgelopen jaren al flink moeten inleveren, maar dat heeft volgens de Commissie onvoldoende geholpen. Vissers op tong, schol en andere platvis vangen de kabeljauw immers als bijvangst. Inmiddels wordt er meer kabeljauw gevangen als bijvangst, niet alleen door de platvisvloot maar ook door de kreeftenvissers, dan als hoofdvangst. Daarom stelt Brussel voor ook deze vissers aan te pakken.
In het voorstel gaat het algemene quotum voor tong en schol met 15 procent omlaag en mogen de betrokken vissers bovendien 15 procent minder dagen de zee op. Hoeveel minder tong en schol Nederlandse vissers exact kunnen vangen, staat nog niet vast. Nederland telt relatief veel vissers op tong en schol.
Over het gebied waarin zij hoofdzakelijk actief zijn, moeten nog onderhandelingen plaatsvinden met de niet-EU-lidstaat Noorwegen. Dit jaar waren de platvissers 180 dagen op zee en mochten ze 59.000 ton schol en 18.600 ton tong vangen.
Volgens deskundigen in Brussel is het moeilijk de economische schade te becijferen. Lidstaten kunnen immers kiezen voor het verminderen van de vloot, in ruil voor extra vangstdagen. Als ze dat doen, kunnen de overgebleven vissers rendabel blijven werken.
De Nederlandse Vissersbond vindt het een slechte maatregel. De organisatie verwacht dat vissers dichter bij de kust vis zullen vangen, omdat ze minder tijd hebben om naar verder gelegen gebieden te varen. Juist aan de kust zwemt veel jonge vis, aldus de bond. Bovendien hebben vissers ook dagen nodig om vis te vinden. „Dat is noodzakelijk voor de exploitatie van het bedrijf”, aldus voorzitter Nooitgedagt. „Als er minder zeedagen komen, blijft er nog minder over van de vloot.”
De Nederlandse visserijsector maakt moeilijke tijden door. De vissers mogen steeds minder vangen en de kosten voor de vangst stijgen door onder andere de hogere brandstofprijzen. Om de visserij gezond te maken, heeft het Rijk samen met de sector een saneringsplan opgesteld. Minister Veerman van LNV heeft 38 miljoen euro uitgetrokken om de Nederlandse vissersvloot een vijfde kleiner te maken. De Vissersbond hoopt dat door deze reductie het aantal vangstdagen in Nederland niet hoeft te dalen.
Voor Spaanse vissers heeft de Commissie overigens een nog ingrijpender boodschap. De vangst van ansjovis in de Golf van Biskaje moet helemaal stoppen om de soort te redden.