Screening op borstkanker bij vrouwen effectief”
ROTTERDAM - De sterfte aan borstkanker onder vrouwen met een verhoogd risico op het krijgen van deze ziekte zal met zo’n 40 procent afnemen als ze intensief worden gescreend. Bij vrouwen met het grootste risico daalt de sterfte zelfs met de helft.
Dat stelt Rian Rijnsburger in haar proefschrift, waarop ze donderdag aan de Erasmus Universiteit Rotterdam promoveerde.Jaarlijks krijgen in Nederland 11.000 vrouwen borstkanker. Vermoedelijk gaat het in 5 tot 10 procent van die gevallen om vrouwen bij wie borstkanker vaak in de familie voorkomt of vrouwen met een bewezen genetische aanleg. „Voor vrouwen met een bewezen genetische aanleg bestaat de mogelijkheid om preventief hun borsten en eierstokken te laten verwijderen of een preventieve hormoonbehandeling te ondergaan”, zegt Rijnsburger.
Ze schat dat in de afgelopen vijf jaar 300 vrouwen voor preventieve borstamputatie gekozen hebben. Uit haar onderzoek blijkt nu ook dat vroegtijdige ontdekking van borstkanker door intensieve screening een effectief risicoverlagend alternatief is.
Intensief screenen betekent volgens Rijnsburger dat vrouwen met een verhoogd risico ieder halfjaar hun borsten moeten laten onderzoeken door een arts, terwijl zij jaarlijks een mammografie en een MRI-scan moeten ondergaan in een van de Nederlandse kankercentra of academische ziekenhuizen.
In haar proefschrift maakt Rijnsburger onderscheid tussen vier risicogroepen: gemiddeld risico (8 tot 10 procent kans op borstkanker), matig risico (15 tot 30 procent kans), hoog risico (30 tot 50 procent kans) en de allerhoogste risicocategorie (50 tot 85 procent kans).
Vrouwen met een gemiddeld risico komen vandaag de dag in aanmerking voor het algemene bevolkingsonderzoek naar borstkanker. De groep vrouwen met de allerhoogste risicocategorie heeft een verandering in het zogenoemde BRCA1- of BRCA2-gen.
Tot vrouwen met een matig of hoog risico rekent de promovenda degenen waarbij veel borstkanker in de familie voorkomt, vooral op jonge leeftijd. Ook kan er eventueel sprake zijn van eierstokkanker. Overigens doen vrouwen er volgens Rijnsburger goed aan regelmatig zelf hun borsten te controleren op knobbeltjes en bij twijfel de huisarts te raadplegen.
De promovenda onderzocht ook of intensief screenen met MRI een kosteneffectieve strategie is. Dit geldt wel voor de allerhoogste risicogroep, waarbij de screening 4300 euro per gewonnen levensjaar kost. Ze constateert dat dit minstens zo effectief is als het algemene bevolkingsonderzoek naar borstkanker.
Voor de groep met een matig risico op borstkanker is screening met MRI minder kosteneffectief. In die groep moet 10.000 tot 16.000 euro worden geïnvesteerd om één levensjaar te winnen.
Om de kosteneffectiviteit te kunnen berekenen voor de groep vrouwen met een hoog risico is een langere studie nodig en een koppeling aan andere studies. Rijnsburger verwacht over een jaar of drie met die resultaten te kunnen komen.