C. bond de Maastrichtenaar vast, sloeg en schopte hem in zijn eigen woning. Hij deed dit in februari 2003, samen met de 39–jarige Carlos S. Het hof legde S. drie jaar cel en vijf maanden op. Tegen was vijf jaar en vier maanden cel geëist.De Maastrichtenaar verdween februari 2003, vlak nadat hij door C. en S. in zijn eigen huis was vastgebonden en mishandeld. Getuigen beweren dat zij hem enkele dagen na de mishandeling dood hebben aangetroffen, maar zijn lichaam is nooit gevonden.

Het openbaar ministerie eiste voor de rechtbank in Maastricht eerder celstraffen van veertien jaar tegen beide verdachten van „de moord zonder lijk". Net als de rechtbank, concludeerde het hof dat een rechtstreeks verband tussen het mishandelen en de dood van de Maastrichtenaar niet kan worden aangetoond. De rechtbank veroordeelde hem februari vorig jaar tot vier jaar cel.

C. woonde begin 2003 tijdelijk bij de Maastrichtenaar in huis. Als tegenprestatie leverde hij de Maastrichtenaar elke ochtend en avond een halve gram cocaïne. Omdat de Limburger bleef schooien om meer drugs en omdat hij seksistische opmerkingen maakte over de vriendin van C., wilde de 37–jarige man hem een lesje leren. Samen met de 39–jarige S. bond hij de drugsverslaafde vast in zijn eigen kelder, sloeg hem en plaste over hem heen.

Althans, dat is wat hij heeft bekend. Getuigen beweren dat de twee mannen veel ernstiger geweld toepasten. Zo zouden ze hebben geprobeerd met een tang zijn vingers en tenen te breken. Ook lieten ze hem, nadat ze met hem klaar waren, uren lang in de koude kelder liggen.