PvdA wil aftreden Urker burgemeester
DEN HAAG - Burgemeester Schutte van Urk moet „onverwijld” tot aftreden worden gedwongen. Dat dit nog niet is gebeurd, is „heel kwalijk.”
Dat vindt PvdA-Kamerlid Boelhouwer. Tijdens de behandeling van de begroting van Binnenlandse Zaken drong hij dinsdag bij minister Remkes aan op maatregelen. De integriteit van het openbaar bestuur is volgens de sociaaldemocraat in het geding. Hij toonde zich verontwaardigd dat de gemeenteraad van Urk geen problemen heeft met het aanblijven van de burgervader.De Zwolse rechtbank veroordeelde Schutte vorige week tot een geldboete van 500 euro. Volgens de rechtbank schond hij een ambtsgeheim door informatie over een justitieel onderzoek telefonisch te delen met de directeur van de visafslag. Voor vanmiddag stond een gesprek tussen Schutte en de minister op de agenda.
De fracties uit de gemeenteraad van Urk reageren verbaasd en afwijzend op de uitlatingen van Boelhouwer. „Wat hebben wij met de PvdA te maken?” aldus een verontwaardigde A. Woord, gemeenteraadslid van de ChristenUnie. „Hier in Urk is die partij in het geheel niet vertegenwoordigd. Wij blijven dus bij ons standpunt; Schutte kan gewoon blijven.”
Fractievoorzitter van de SGP L. van der Zwan laat weten liever niet te reageren. „De PvdA in Den Haag heeft haar standpunt, wij het onze. Wij wachten de beslissing van minster Remkes af.” Mocht de minister tot de slotsom komen dat Schutte kan blijven zitten, dan heeft de SGP-fractie daarmee geen enkele moeite, zegt Van der Zwan. „Maar het is zijn verantwoordelijkheid, bij zijn beslissing leggen we ons neer.”
Fractievoorzitter K. L. Koffeman van de Unie Gemeentebelangen stelt zich vierkant op achter zijn burgemeester. Hij vindt de gang van zaken rond Schutte ronduit bedenkelijk. „Urk is een vissersdorp met een christelijke identiteit en dat laatste heeft Schutte de das omgedaan”, analyseert Koffeman. „In een ander dorp was deze kwestie schouderophalend afgedaan.”
Boos wordt Koffeman als hij terugblikt op de gang van zaken. „De officier van justitie heeft met Schutte gebeld in het kader van een mogelijke verstoring van de openbare orde. Maar dat is in Urk nog nooit aan de orde geweest. De vraag is dus of dat telefoontje zo nodig moest worden gepleegd én of het moest worden afgeluisterd. Eigenlijk is deze hele kwestie uitgelokt.”
Bovendien, zo vraagt ook Koffeman zich af, „wat heeft PvdA Tweede Kamerlid Boelhouwer met Urk te maken? Hij moet zich bezighouden met hoofdzaken, die te maken hebben met heel Nederland. Als hij onrechtmatigheden op het spoor wil komen, moet hij eerst maar in Amsterdam gaan kijken. Daar rommelen partijen met presentiegelden. Ik zou zeggen: Kaart dat eerst maar aan.”