„Laat iedereen uit zijn doppen kijken”
ROTTERDAM - Ogen goed openhouden en opletten. Dat is de boodschap van een publiekscampagne over terreurbestrijding in het openbaar vervoer in Amsterdam en Rotterdam. De burgemeesters Cohen en Opstelten gaven maandagmorgen het startsein. „We moeten niet overdrijven.”
Even na halfnegen kom de Rotterdamse burgemeester Opstelten aan op metrostation Stadhuis. Nonchalant pakt hij een strippenkaart uit zijn lange blauwe jas en stempelt af. De metro naar het Wilhelminaplein laat niet lang op zich wachten. „Precies op tijd”, mompelt Opstelten.„Hebben we nog een college?” is de eerste vraag die hij in de metro te horen krijgt. De burgemeester laat zich niet van de wijs brengen. Hij zoekt een plekje naast een oudere vrouw en zegt haar vriendelijk goedemorgen. De vrouw is duidelijk vereerd met haar medepassagier. „Ik ben met de metro om een publiekscampagne te openen voor een veilig openbaar vervoer”, legt Opstelten het doel van zijn metrorit uit.
„Ik reis graag met de metro”, gaat de burgemeester verder. „Voor mijn werk neem ik vaak de dienstauto. Maar als mijn vrouw en ik gaan winkelen in het centrum, reizen we altijd met het openbaar vervoer.”
Een paar minuten later stapt Opstelten bij het station Wilhelminaplein uit om daar het officiële startschot voor de campagne te geven. „Het gaat er vooral om dat de reiziger niet naar uiterlijkheden kijkt, maar naar verdachte gedragingen of gebeurtenissen. Ik zeg het maar met mijn eigen woorden: Laat iedereen uit z’n doppen kijken.”
Op dit moment is de terreurdreiging in Nederland volgens de Nationaal Coördinator Terreurbestrijding nog altijd reëel. Toch heeft de Rotterdamse en Amsterdamse voorlichtingscampagne daar niet direct mee te maken, zegt Opstelten. „We wachten niet op de landelijke campagne van volgend jaar, omdat ons metronetwerk kwetsbaarder is dan dat in andere steden.”
Een paar maanden lang worden reizigers in de twee grote steden via folders en grote posters op de stations opgeroepen vooral alert te zijn. Opstelten: „Als mensen zien dat iemand een tas in de metro achter laat, moeten ze direct het personeel waarschuwen. Die kunnen vervolgens actie ondernemen. Liever één melding te veel dan één te weinig.”
Het motto van de campagne is ”Alle ogen helpen”. De burgemeester: „Iedereen moet op zijn eigen spullen, maar ook een klein beetje op die van anderen letten. Natuurlijk moeten we niet denken dat we hiermee alle aanslagen kunnen voorkomen.”
De 15-jarige Renate en de 55-jarige S. A. de Luz op het station Wilhelminaplein zien de campagne duidelijk zitten. De Luz plaatst er wel een kanttekening bij: „Ik kom uit Angola en weet daarom dat als mensen verkeerde plannen hebben ze moeilijk te stoppen zijn. Ook hier kan er een aanslag worden gepleegd. Tot op heden hebben we gewoon geluk.”