Binnenland

Van Aartsen moet krachtiger kiezen

VVD’ers zijn een raar soort mensen. Hoewel ze politici zijn, houden ze toch niet van debatteren. Althans, niet onderling. Een algemene ledenvergadering waarop ze fanatiek discussiëren over punten en komma’s in het verkiezingsprogramma? Hun niet gezien. Laat dat maar aan linkse partijen over. Een liberaal voert liever een kort debat op hoofdlijnen, om dan snel naar het bier te gaan…

25 November 2005 23:36Gewijzigd op 14 November 2020 03:13

Die houding heeft ook hiermee te maken dat in de VVD onderlinge debatten bijna altijd uitlopen op persoonlijke ruzies. Dan gaat het weer over Wiegel tegenover Bolkestein, dan is het weer Nijpels contra Voorhoeve. Die ervaring brengt de VVD ertoe interne inhoudelijk debatten zo veel mogelijk te vermijden. Het moet wel gezellig blijven!Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dat bleek deze week toen het bekende Kamerlid Hirsi Ali slaags raakte met het erelid van de partij Wiegel. Uitgedaagd door de graag provocerende Somalische, die Wiegel in het Parlementair Jaarboek een „reactionair conservatief” noemde, mepte het ’orakel uit Diever’ terug. Fijntjes wees hij Hirsi Ali op lacunes in haar kennis van de liberale traditie, haar en passant waarschuwend zich niet te radicaal op te stellen. Dat drijft, aldus Wiegel, allochtoon en autochtoon eerder uiteen dan dat het ze met elkaar verzoent.

Wie over artikel 23 van de Grondwet iets positiever denkt dan de van alle nuance gespeende Hirsi Ali, kan blij zijn met het krachtige verweer van Wiegel. Terecht wijst de oud-partijleider erop dat bijzonder onderwijs helemaal niet strijdt met liberalisme. Er zou Nederland veel aan gelegen moeten zijn dit „fundamenteel recht” te behouden, betoogt de oud-politicus, die nog niet zo lang geleden door Van Aartsen werd getipt als mogelijke kandidaat-premier voor de VVD.

Het verweer van Wiegel is nog om een andere reden van betekenis. Eindelijk is er binnen de VVD iemand opgestaan die Hirsi Ali stevig van repliek durft te dienen. Doen de meeste liberalen de provocaties van het internationaal bekende Kamerlid, beschermelinge van fractievoorzitter Van Aartsen, af met een machteloos en berustend schouderophalen, Wiegel gaat in het openbaar de confrontatie aan.

Hij vertegenwoordigt daarmee niet alleen zichzelf, maar vertolkt ook de gedachten van een brede stroom in de VVD-achterban die traditionele liberale waarden als verdraagzaamheid en respect voor anderen in de verdrukking ziet komen. Een groep die door gematigdheid en overleg de boel bij elkaar wil houden en niets ziet in het voortdurend op scherp zetten van tegenstellingen.

Het is de grote groep liberalen die haar kinderen op het bijzonder onderwijs heeft zitten, of dat nu christelijke of montessorischolen zijn. Het zijn die VVD’er die weliswaar niet al te kerks zijn, maar die -net als Wiegel- wel degelijk de waarde zien van de joods-christelijke traditie voor de westerse samenleving en die niets moeten hebben van het op één hoop gooien van alle religie door hooghartige verlichtingsfundamentalisten.

De ruzie tussen de twee prominenten over de koers van de partij bracht fractieleider Van Aartsen lelijk in de problemen. Wiegel, met wie hij altijd op zeer goede voet heeft gestaan sinds hij in de jaren ’80 van de vorige eeuw zijn medewerker was, kon hij moeilijk afvallen. Maar ook Hirsi Ali heeft binnen zijn fractie een min of meer onaantastbare status. Zij is niet alleen lieveling van de media, maar door de krappe meerderheid die de coalitie in de Kamer heeft, kan de VVD het zich bovendien niet veroorloven dat zij zich van de fractie afsplitst.

Van Aartsen loste het probleem op door de ruziezoekers tot vrede te manen en te verwijzen naar het Liberaal Manifest, waarin artikel 23 van de Grondwet overeind blijft. Dat geeft alvast enige duidelijkheid.

Maar het is de vraag of deze vingerwijzing voldoende is. Heeft de VVD niet behoefte aan een helderder keuze, een keuze die meer de totale koers van de partij omvat, een keuze tegen de antireligieuze lijn van Hirsi Ali en voor de verzoenende lijn van Wiegel?

Zo’n glasheldere keuze is Van Aartsen verplicht aan de kiezers, die ruim voor 2007 willen weten op wat voor soort VVD zij al dan niet gaan stemmen. Hij is het zeker ook verplicht aan zichzelf. Als iemand zich regelmatig heeft gepresenteerd als een man afkerig van halfslachtigheid en onduidelijkheid, als een man die ervan houdt knopen door te hakken -denk aan de Varkenswet tijdens zijn bivakkeren op het departement van Landbouw-, dan is het Van Aartsen wel. Jozias, toon je leiderschap en kies de koers-Wiegel!

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer