Conflicten zijn Hirsi Ali niet vreemd
DEN HAAG (ANP) – Niet voor de eerste keer raakt Tweede Kamerlid Hirsi Ali in conflict met haar eigen partijgenoten. Deze week is het met VVD–coryfee Wiegel. Hieronder een overzicht van enkele opvallende aanvaringen:
22 november 2005: Hirsi Ali noemt oud–VVD–leider Wiegel een „reactionair conservatief". Op een brief van Wiegel reageert ze opnieuw fel met nieuwe verwijten. Op de radio bijt Wiegel weer van zich af: „Mevrouw Hirsi Ali is polariserend bezig en jaagt tegenstellingen op. Zij zoekt niet naar bruggen, zet allochtonen en moslims in de hoek en gooit ze op een hoop".14 juni 2005: Minister Remkes (Binnenlandse Zaken) stoort zich aan uitspraken van Hirsi Ali dat hij niet mag bezuinigen op de politie. Remkes zei te vermoeden dat zij niet namens haar fractie heeft gesproken. De VVD–bewindsman onderhandelde net met de politiebonden over de CAO. In de VVD–fractie is wrevel over de uitspraken. Hirsi Ali meldt haar fractiegenoten dat de uitspraken „niet letterlijk maar symbolisch" waren bedoeld.
22 februari 2005: Hirsi Ali maakt tot ergernis van minister Donner (Justitie) en vele anderen aan het Binnenhof in de media de onderduikadressen van haarzelf en collega–Kamerlid Wilders bekend.
10 februari 2005: Hirsi Ali dreigt met een motie van treurnis tegen Donners beleid rond de aanpak van eerwraak. VVD–fractievoorzitter Van Aartsen spreekt van een „misverstand" en overlegt met Donner en minister Verdonk (Vreemdelingenzaken).
2 januari 2005: Wiegel maakt in het tv–programma Buitenhof duidelijk dat Hirsi Ali zich meer moet voegen naar de lijn van de fractie. Als zij moslims voorhoudt een keuze te maken tussen hun geloof en de grondwet, is ze niet als een liberaal bezig, vindt de oud–partijleider. Wiegel vraagt zich hardop af of Hirsi Ali wel op haar plaats is in de Tweede Kamer.
8 april 2004: Een column van Hirsi Ali leidt tot grote ergernis bij coalitiegenoot CDA. Hirsi Ali legde een verband tussen de standpunten van het CDA en de ChristenUnie met apartheidspolitiek. Hirsi Ali biedt excuses aan.
17 december 2003: Een botsing met minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking). Hirsi Ali bestempelt het ontwikkelingsbeleid uit het verleden als mislukt. Later ziet ze het debat als een „ontgroening" van zichzelf.
3 november 2003: Hirsi Ali wekt wrevel binnen de VVD–fractie door te stellen dat er maatregelen noodzakelijk zijn tegen de verspreiding van het islamistisch onderwijs in Nederland. Ze wil tornen aan artikel 23 van de grondwet dat gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs regelt.
3 juni 2003: Een gesprek met Van Aartsen is nodig nadat Hirsi Ali in de media de portefeuille integratie en emancipatie heeft opgeëist. Ze spreekt vervolgens in een verklaring tegen dat ze de fractie zou willen verlaten.
27 januari 2003: VVD–leider Zalm corrigeert Hirsi Ali door te stellen dat ze op persoonlijke titel heeft gesproken toen ze in een interview de profeet Mohammed onder meer een perverse man noemde.