Het OM had geen enkele aanwijzing dat de Algerijn, de 25-jarige R.D., het hazenpad zou kunnen kiezen. Volgens Korthals waren er genoeg maatregelen genomen om te voorkomen dat de man zou vluchten. Het openbaar ministerie en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) hadden alle voorgeschreven en gebruikelijke documenten uitgewisseld, aldus de minister.

De Algerijn was een zogenaamde A±gedetineerde, een verdachte van een zwaar misdrijf. Deze status betekent niet dat iemand vluchtgevaarlijk is. R.D. zat in een regime met alle beperkingen. Zo mocht hij geen geen contact met anderen hebben. De gevangene verbleef in een containercel.

Onderzoek naar de ontsnapping heeft uitgewezen dat de Algerijn door een ventilatieopening onder een raam is gekropen. Deze opening was zeer klein, namelijk 17,5 bij 50 centimeter. Met behulp van een gescheurd laken is hij over de muur geklommen. Er is geen gereedschap aangetroffen.

In de nacht van de ontsnapping was er een zeer hevig en zeer langdurig onweer boven Breda. Hierdoor gaf de muurdetectie meer dan vijftien keer alarm. Iedere keer heeft een bewaker met veiligheidscamera’s de omgeving geobserveerd. Het weer was echter zo slecht dat het zicht met de camera’s verre van optimaal was, staat in de brief.

Een medewerker ontdekte in de vroege ochtend de ontsnapping. Hij zag een laken aan de buitenmuur hangen. Daarna heeft het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) direct een onderzoek ingesteld. Ook heeft de gevangenis een intern onderzoek uitgevoerd.

De Koepelgevangenis heeft extra maatregelen getroffen om nieuwe ontsnappingen te voorkomen. Zo worden in alle containercellen en recreatieruimten de luchtkleppen voorzien van stalen tralies. Er komen ook meer nachtrondes van de bewakers.