„Geef hospice nieuwe impuls”
LEIDEN - Het stimuleren van palliatieve zorg is het beste middel om de euthanasiepraktijk in Nederland transparant en toetsbaar te maken. De Groningse bisschop mgr. dr. W. J. Eijk zei dat woensdag op een congres, in reactie op het proefschrift van mr. drs. F. Hamburg die donderdag promoveert.
Hamburg betoogt daarin dat veel euthanasiebesluiten van artsen op basis van willekeur tot stand komen. De oorzaak daarvan zou zijn dat het criterium ”ondraaglijk lijden” slecht is gedefinieerd en van arts tot arts verschillend kan worden uitgelegd.Meer eenduidigheid kan volgens hem ontstaan als alle patiënten aan de hand van één vragenlijst hun eigen situatie beoordelen. Een door Hamburg ontworpen computermodel rekent vervolgens uit of de arts op basis van deze score kan besluiten tot euthanasie. „Daarmee wil ik het besluit van een arts niet aan een ijzeren logica onderwerpen”, zei Hamburg. „Er moet ruimte blijven voor de menselijke maat.”
Bisschop Eijk zette zijn pleidooi voor een betere palliatieve zorg kracht bij met cijfers over de meldingsbereidheid van artsen. Volgens diverse onderzoeken zou die zijn gestegen, „maar uit de rapporten van de regionale toetsingscommissies blijkt dat er sinds de nieuwe euthanasiewet van 2002 in absolute zin steeds minder euthanasiegevallen worden aangebracht.”
Bovendien, zo zei Eijk, is het de vraag of het aantal sterfgevallen door het staken van een medische behandeling in de cijfers wordt meegenomen. „Is dat niet het geval, dan is het met de meldingsbereidheid nog slechter gesteld.”
Tegenover deze cijfers plaatste Eijk de ervaringen van het hospice Rozenheuvel in Roozendaal. „Een kwart van alle patiënten, die daar binnenkomen heeft een stervenswens. Slechts 2 van de 571 hebben daar tussen 1995 en 1999 echter in volhard.”
Eijk kreeg bijval van de Nijmeegse anesthesioloog prof. dr. B. J. P. Crul, die met behulp van onderzoek aantoonde dat steeds meer patiënten hun euthanasieverzoek motiveren vanuit de angst voor ontluistering of het verlies aan waardigheid. „Door goede palliatieve zorg in het vooruitzicht te stellen, kan die vrees in belangrijke mate worden teruggebracht.”
Is de levensverwachting van een patiënt minder dan een week dan is sedatie medisch gezien het meest voor de hand liggend, zei Crul. „Ik zie niet in waarom het liefdevol verzorgen van een patiënt die zich door sedatie niet meer van zijn situatie bewust is, zou strijden met de menselijke waardigheid.”