Studiedag CV.Koers onder kritiek
EDE - Drs. C. J. Haak en prof. dr. J. W. Maris blijven donderdag weg van de „door velen langverwachte” studiedag in Ede over de gaven van de Geest in de christelijke gemeente. „Tegenstemmen in de marge” zouden er volgens hen „alleen maar hinderlijk” zijn.
De dag, die donderdagmiddag begint en ook donderdagavond nog doorgaat (de deelnemers gaan dan uiteen in gespreksgroepen), wordt georganiseerd door het christelijke opinieblad CV.Koers en het Instituut voor Gemeenteopbouw aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Het thema luidt ”Tussen verlangen en verlegenheid - Werken met de gaven van de Geest in de christelijke gemeente”.Donderdagmiddag staat een viertal lezingen op het programma, verzorgd door de Nederlands gereformeerde predikant ds. W. Smouter, de hervormde ds. M. D. Geuze, de christelijke gereformeerde ds. J. G. Brienen en de gereformeerd vrijgemaakte ds. R. F. Telgenhof. Vervolgens gaat de zaal in gesprek met een panel, dat bestaat uit de vier inleiders en onder leiding staat van prof. dr. J. Hoek.
In een ingezonden stuk op de opiniepagina van het Nederlands Dagblad van donderdagmorgen verklaarden drs. C. J. Haak, docent missiologie aan de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen, en prof. dr. J. W. Maris, hoogleraar dogmatische vakken aan de christelijke gereformeerde Theologische Universiteit Apeldoorn, dat zij de studiedag niet zullen bijwonen.
„Nadenkend over mogelijke deelname aan het congres”, schrijven zij, „stellen wij teleurgesteld vast dat van die verlangde openheid (waartoe dr. Hoek in CV.Koers had opgeroepen, red.) bij de organisatie van het congres weinig te merken is. De sprekers en workshopleiders zijn, elk ook met eigen kritische notities, zonder uitzondering voorstanders van de beoogde doelstelling van Geestelijke vernieuwing waarbij ’alle’ gaven van de Geest ruimte moeten krijgen. Hoewel er in Nederland genoeg bekwame sprekers te vinden zouden zijn die een kritisch geluid tegen de charismatische omslag in denken zouden willen geven, werden zij níét uitgenodigd.”
„Wij bestrijden niet het goed recht van de congresleiding deze keuze te maken”, aldus Haak en Maris, „maar constateren wel dat er dus op dat punt géén sprake van verlegenheid (meer) is. Integendeel, vanaf nu zullen de kerken het spoor van de vernieuwde charismatische inzichten en ervaringen moeten gaan volgen, ’open’ voor de Geest.”
De manier waarop de studiedag is georganiseerd en ook „mediatechnisch” is voorbereid (onder meer met een enquête onder predikanten door CV.Koers), laat bij de auteurs „de indruk achter van een goed geregisseerde opzet, die geen boodschap meer heeft aan een fundamenteel, weloverwogen bijbels tegenwicht.”
Vragen naar de motieven die de Reformatie had om zich te verzetten tegen de charismatische en spiritualistische trek in de doperse beweging worden evenmin gesteld, merken Haak en Maris op. „Ook de vele aanleidingen die er zijn geweest om te vragen naar de bron van de ’charismatische’ inspiratie zullen niet ter sprake komen. Zou het soms ook over ’andere geesten’ kunnen gaan, of over een ander evangelie (zie 2 Kor. 11:4)? De gave van het onderscheiden van de geesten kon wel eens de gave zijn die de hoogste urgentie heeft.”
Haak en Maris concluderen „dat wij op een congres van gelijkgezinden, waar men al overtuigd is, niets te zoeken hebben. Tegenstemmen in de marge zijn dan alleen maar hinderlijk.”
Ronald Westerbeek, hoofdredacteur van CV.Koers, zei donderdagmorgen in een reactie het „jammer” te vinden „dat prof. Maris en drs. Haak voor de polarisatie kiezen, via een ingezonden stuk in de krant. Wat mij betreft, vergroten zij de tegenstellingen ten onrechte uit - alsof alleen zij nog op de gereformeerde lijn zitten. Maar dat zitten alle sprekers op dit congres. Het is een gereformeerd congres.”
Dat de organisatoren geen sprekers hebben uitgenodigd die een meer kritisch geluid laten horen, klopt, zegt Westerbeek. „We hebben deze keer niet voor het debat willen kiezen.”