Zimbabwe intensiveert onteigening boerderijen
HARARE - Een rechter van het Zimbabwaanse hooggerechtshof en een zakenman hebben een gedeelte van een Deense zuivelboerderij ten zuiden van de hoofdstad Harare opgeëist. De eigenaar van de boerderij, Mads Kirk, heeft dit woensdag gezegd.
De stap wordt gezien als een intensivering van de onteigeningscampagne die sinds 2000 ten minste 5000 blanke boeren hun onroerend goed heeft gekost.Kirk zei dat rechter Tendai Bunhu en zakenman George Manhiwa zich maandag in het gezelschap van politie, districtsbestuurders en aanhangers bij zijn boerderij hadden gemeld. De hoeve was omsingeld en Kirk kreeg zeven dagen de tijd om het 500 hectare grote bedrijf van de Red Dane Dairy te ontruimen. Het bedrijf, dat beschermd wordt door een investeringsovereenkomst tussen Denemarken en Zimbabwe, heeft beroep aangetekend bij de provinciale gouverneur.
De onteigende boerenbedrijven vervulden een cruciale rol in de voedselvoorziening van Zimbabwe, eens de ”broodmand van zuidelijk Afrika” en nu een land waar 4 miljoen van de 12 miljoen burgers voedselhulp nodig hebben. De president van de Zimbabwaanse centrale bank, Gideon Gono, drong vorige maand aan op stopzetting van de onteigeningscampagne, die er volgens hem toe heeft geleid dat veel voorheen florerende bedrijven zijn vervallen tot „weekend picknickplaatsen” voor de stedelijke elite.
De afgelopen drie maanden werden ongeveer zestig blanke boeren van hun land verdreven, waardoor er volgens ingewijden een kleine 250 productieve boerderijen zijn overgebleven.
Volgens een lobbygroep van blanke boeren, Rechtvaardigheid voor de Landbouw, heeft ongeveer de helft van de rechtbankmedewerkers in Zimbabwe boerderijen toegewezen gekregen. Opperrechter Godfrey Chidyausiku zegt dat rechtbankfunctionarissen net als iedere andere Zimbabwaan in aanmerking komen voor grondbezit. Onafhankelijke advocaten zeggen echter dat de onteigende boerderijen dienen als smeergeld voor de rechterlijke macht.
De Amerikaanse president George Bush gaf woensdag opdracht om de tegoeden te bevriezen van 128 mensen en 33 instellingen die volgens Washington „democratische hervormingen in Zimbabwe hinderen.”
Bush liet in maart 2003 al de tegoeden bevriezen van 77 anderen, onder wie de autoritaire Zimbabwaanse president Robert Mugabe. Begin dit jaar schaarde zijn minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, het Afrikaanse land onder de zogeheten „voorposten van de tirannie”, samen met Wit-Rusland, Cuba, Birma en Noord-Korea.
Volgens Bush is de situatie in Zimbabwe sindsdien eerder slechter dan beter geworden. Hij riep alle politici in het land op democratische hervormingen te omarmen. Het Witte Huis benadrukte in zijn verklaring dat de sancties niet tegen de Zimbabwanen zelf zijn gericht, maar tegen hen die verantwoordelijk zijn voor hun lijden.
„De Zimbabwaanse parlementsverkiezingen in maart 2005 waren niet vrij en eerlijk. Door de recente sloop van huizen en markten voor armen hebben 700.000 mensen hun woning of baan verloren, of beiden. Om democratische veranderingen te bewerkstelligen, zijn extra maatregelen nodug”, aldus de verklaring.
Mugabe is al aan de macht in Zimbabwe sinds het in 1980 onafhankelijk werd van Groot-Brittannië. Verkiezingen in het Afrikaanse land gaan volgens internationale waarnemers steevast gepaard met grootschalige fraude en intimidatie. Iedere vorm van oppositie wordt hardhandig de kop ingedrukt.