Inburgeringscursus wellicht toch de oplossing
De verschillen tussen christenen en islamieten worden groter en groter. Mr. C. M. Verkade hoort daarin tromgeroffel van een burgeroorlog. Inburgeringscursussen lijken hem daarom voorlopig toch het beste alternatief.
Bij de gesprekken met mijn compagnons tijdens de gebruikelijke koffiepauzes zijn de kansen en bedreigingen voor ons bedrijf een steeds terugkerend onderwerp. Ontstellend en te gek voor woorden dat het erop lijkt dat de Nederlandse regering niet een soortgelijke handelwijze gehanteerd heeft in de jaren zeventig rondom de gastarbeidersimmigratie.Terwijl Nederland bol stond van de sociologen, lijkt er naar de te verwachten gevolgen van de verplaatsing van tienduizenden vanuit een agrarische islamitische cultuur naar een moderne joods-christelijke cultuur geen onderzoek te zijn gedaan.
De eerste die de Nederlandse samenleving op vaak aanstootgevende wijze opriep over de negatieve gevolgen van de immigratie na te denken, was de politicoloog en politicus Hans Janmaat. Hij legde (zeer tegen de zin van de rest van de politici) uit dat het in Nederland niet goed kon gaan met de verschillende door elkaar heen lopende bevolkingsgroepen. Ik was altijd verbaasd dat het hem min of meer verboden werd te vertellen dat onze gevangenissen hoofdzakelijk door niet-blanken gevuld werden. Men trachtte de waarschuwende geluiden in de kiem te smoren en sloot de ogen voor de problematiek.
Ondanks de grote vrees voor het tegendeel bleef (de partij van) Janmaat een randverschijnsel, zij het dat zijn gedachtegoed en zijn visie gaandeweg door andere partijen overgenomen werd. Als eerste ging de VVD soortgelijke visies openbaren, een paar jaar later het CDA, weer een paar jaar later de PvdA en inmiddels kan men de aanvankelijk verfoeide en gehate constateringen van Janmaat bij bijna elke partij horen. Hoewel de gehele Nederlandse politiek dus langzamerhand gans anders over de allochtonenproblematiek ging nadenken, bleef men vol trots spreken over onze multiculturele samenleving. Pas toen Paul Scheffer in het gelijknamige artikel de veelbejubelde multiculturele samenleving als een multicultureel drama ging aanduiden, opende de Nederlandse politiek en de daarin toen nog oppermachtige linkse kerk de ogen.
Aanvankelijk beperkten de politieke oplossingen zich tot het nadenken over de zwartescholenproblematiek. Inmiddels zijn we al wat stappen verder: gevaarlijke geestelijken worden weggestuurd, islamitische preken worden gecontroleerd en er komt een Nederlandse imamopleiding. Maar of dit antwoorden zijn die de problematiek tijdig kunnen ombuigen voor de multiculturele clash is een spannende vraag.
Veranderd
Op een studiedag in Leiden hoorde ik PKN-leider Plaisier uitleggen dat we als autochtonen en allochtonen allemaal moesten leren inburgeren in de multiculturele samenleving die Nederland geworden is. Het riep aanvankelijk bij mij veel weerstand op, aangezien ik niet in een multiculturele samenleving wilde wonen. Inburgeren in een samenleving waarin ik eigenlijk niet wil wonen, leek mij ongewenst.
Een week of drie geleden ben ik van standpunt veranderd. Mij was gevraagd een forum te leiden over de rol van religie in de politiek. In de zaal waren ongeveer 200 christelijke studenten, drie islamitische studenten, drie christelijke forumleden en één islamitisch forumlid. Ik schrok van het feit dat de islamitische aanwezigen duidelijk lieten merken dat ze uiteindelijk de shariawetgeving in ons land zouden willen invoeren.
Meer schrok ik echter nog van de christelijke deelnemers die veel meer verschillen dan overeenkomsten tussen islamieten en christenen zagen en ook bij moreel-ethische dilemma’s eigenlijk geen samenwerking ambieerden. De tendens dat men de multiculturaliteit en de bijbehorende problemen eigenlijk zat is, bleek ook bij christelijke jongeren overheersend te zijn.
Ik meen tromgeroffel van een naderende burgeroorlog gehoord te hebben. Ik wilde Plaisiers inburgeringscursus verre van mij en onze samenleving houden, maar als ik moet kiezen tussen deze inburgeringscursus en een burgeroorlog dan weet ik het wel.
De auteur is politicoloog en docent aan de Evangelische Hogeschool te Amersfoort en directeur van een onroerendgoedontwikkelingsbedrijf.