„Een arts is geen robot”
APELDOORN - Kunnen vragenlijsten en computermodellen zorgen voor meer eenduidigheid bij euthanasiebeslissingen? Prof. dr. J. Legemaate van de artsenorganisatie KNMG en prof. dr. H. Jochemsen hebben hun twijfels bij het voorstel waarmee de Leidse promovendus mr. drs. F. Hamburg deze week komt.
Zijn promotie moet nog plaatsvinden, maar twee dagen ervoor brengt de dissertatie van Hamburg al het nodige in beweging. Zijn analyse dat euthanasiebeslissingen tot op zekere hoogte subjectief zijn, wordt breed gedeeld. Maar of de oplossing die hij voorstaat -euthanasieverzoeken via de computer linken aan eerdere, vergelijkbare gevallen- haalbaar is, wordt betwijfeld.De beslissing van een arts is nooit 100 procent objectief, zegt gezondheidsjurist prof. dr. J. Legemaate van de artsenorganisatie KNMG. „Het is inderdaad zaak het risico dat persoonlijke opvattingen de doorslag geven zo veel mogelijk te verkleinen.”
Anders dan Hamburg is Legemaate echter van mening dat de huidige euthanasiewet daar al voldoende waarborgen voor bevat. „Een arts is verplicht een tweede, onafhankelijke consulent te raadplegen. Ook de regionale toetsingscommissies gaan na of zijn beslissing niet op willekeurige gronden genomen is.”
In het inschakelen van vragenlijsten en computermodellen ziet de hoogleraar geen heil. „Een arts is geen robot. Het is een illusie dat je op die manier tot objectieve beslissingen komt.”
In het voorjaar van 2006 worden alle oordelen van de toetsingscommissies -enkele honderden per jaar- openbaar. „Artsen zullen daar voldoende houvast aan hebben”, denkt Legemaate.
Volgens ethicus prof. dr. H. Jochemsen heeft Hamburg wel degelijk een punt als hij de bestaande euthanasiepraktijk „inconsistent” noemt. „Er zit een spanningsveld tussen het oordeel van de patiënt over zijn eigen situatie en de manier waarop een arts daarover denkt.”
Als we in Nederland vinden dat euthanasie mogelijk moet zijn, is het inderdaad zaak de criteria daarvoor zo scherp mogelijk te stellen, aldus Jochemsen. „Hamburg dringt daar in mijn ogen terecht op aan.”
Vraagtekens heeft de ethicus bij de vragenlijst die Hamburg wil inzetten. „Het gaat op zich om een valide instrument dat op dit moment al wordt gebruikt bij kankerpatiënten. We hebben het dan echter wel over patiënten die nog perspectief op leven zien.”
Jochemsen betwijfelt of artsen zo’n zelfde vragenlijst ook kunnen voorleggen aan patiënten die hun besluit om te willen sterven al hebben genomen. „Het gevaar bestaat dat zij hun situatie anders doen voorkomen dan deze in werkelijkheid is.”
Mocht het voorstel van Hamburg worden overgenomen, dan zou euthanasie onderdeel worden van het normale, medische handelen, oordeelt Jochemsen. „In mijn ogen is dat een slechte zaak, ik ben daar geen voorstander van.”
Jochemsen betwijfelt of Hamburg alle jurisprudentie op zo’n manier in zijn computermodel kan invoeren dat artsen daar houvast aan hebben. „Ik ben heel benieuwd hoe hij dat gaat doen. Hij zegt zelf dat de bestaande arresten tegenstrijdig zijn.”