Links Frankrijk tot 2007 gekneveld
President Jacques Chirac heeft het spel prima gespeeld. Frankrijk is nagenoeg helemaal van kleur veranderd; na de tweede ronde van de parlementsverkiezingen domineert centrumrechts op alle fronten. Blauw voert de boventoon, rood is uitgewist. Links Frankrijk weet zich tot de volgende verkiezingen in 2007 gekneveld.
President Chirac, premier Jean-Pierre Raffarin en de nieuwe Unie voor de Presidentiële Meerderheid (UMP) deelden een klap uit aan links Frankrijk. De meeste kopstukken van de socialistische partij hebben verloren en zijn hun kamerzetel kwijt. Zoals de socialistische partijsecretaris François Hollande het uitdrukte: de zege zondag van centrumrechts maakt deel uit van een „mechanische aaneenschakeling van gebeurtenissen” die volgden op Chiracs herverkiezing tot president afgelopen 5 mei en de electorale afkeer van de cohabitation (samenwoning) van een rechtse of linkse president met een tegengesteld parlement. Zo had president Chirac sinds 1997 te maken met een linkse regering onder leiding van de socialist Lionel Jospin.
Links is dan wel verpletterd, maar nog altijd goed voor samen 178 zetels. Verdwenen zijn prominenten zoals bijvoorbeeld de oud-minister van Werkgelegenheid en burgemeester van Lille, Martine Aubry, de ”moeder van de 35-urige werkweek”. Er sprongen tranen in haar ogen toen bleek dat ze slechts 1000 stemmen tekort had. In de Jura, meer precies: in het Territoire de Belfort, gaat het roer helemaal om. Oud-minister van Binnenlandse Zaken en Defensie alsmede Frankrijks ”enfant terrible” Jean-Pierre Chevènement verloor daar zijn aanhang na er bijna dertig jaar te zijn gekozen. Hij had een eigen partij opgericht met een heel nationalistisch, anti-Europees programma. Zijn buurmannen, Pierre Moscovici en Raymond Forni in de aangrenzende districten moesten ook het veld ruimen. Zij waren beiden echte socialisten, de één minister voor Europese Zaken en de ander kamervoorzitter.
Pijn ook doet de nederlaag in Picardië van Vincent Peillon, de woordvoerder van de PS (de Socialistische Partij). Hij is het slachtoffer geworden van de jagers, van wie er anderhalf miljoen in Frankrijk staan geregistreerd. Zij hebben hem nooit vergeven dat zij niet meer ongestoord in het weekeinde achter de loop van hun geweer aan kunnen lopen, omdat Europa trekvogels wil beschermen. Een dergelijk decreet heeft de nieuwe regering van premier Raffarin vorige week opgeheven.
De populaire socialistische leider François Hollande heeft het wel gered en daarom mag hij in zijn handen knijpen. Hij vindt zijn kamerzetel terug. In Parijs heeft het voor links goed uitgepakt met een winst van drie kamerleden. Dit gebeurde trouwens geheel in tegenstelling tot de rest van het land.
De groene voorvrouw en oud-minister van Milieu Dominique Voynet komt ook niet meer terug in de kamer. Hetzelfde geldt voor de tuinkabouter en communistenleider Robert Hue, terwijl de communistische PCF ooit een machtige partij was. Beiden legden het af tegen een rechtse kandidaat. Kortom, het hele linkse blok -socialisten, communisten en Groenen- is tot de volgende verkiezingen in 2007 gekneveld tot een vrijwel machteloze oppositie. Centrumrechts heeft een heel ruime meerderheid van 355 van de 577 zetels tellende Franse Kamer.
Met deze uitslag heeft president Chirac voor het eerst zijn handen vrij: de Kamer is op zijn hand, de Senaat heeft een ruime centrumrechtse meerderheid en dat geldt ook voor de hoogste instantie van het land, de Grondwettelijke Raad. Voor het gezonde evenwicht was het beter geweest als de oppositie iets sterker uit de bus was gekomen.
Extreem links en extreem rechts hebben wegens het geldende Franse districtenstelsel en de procedure om te stemmen in twee rondes, geen enkele kamerzetel gekregen, ook al heeft ongeveer een kwart van de Fransen op hen gestemd. Daarbij moet worden opgeteld ruim eenderde van de Fransen die niet naar de stembus is gegaan: een record.
Dat alles geeft op papier een mooie overwinning voor Chirac, en tegelijkertijd een hoop ongenoegen in het land, dat kennelijk het vertrouwen in politici heeft verloren. Met op de achtergrond het gevaar van een ’hete herfst’ - bijna traditioneel voor Frankrijk. Als er getornd gaat worden aan de 35-urige werkweek of als Chirac zijn verkiezingsbeloftes niet nakomt, dreigt er in het najaar sociale onrust. De winst in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen voor extreem rechts (Le Pen) heeft laten zien dat de toenemende zorg over criminaliteit en immigratie serieus moet worden genomen. Daarom zullen Raffarin en zijn kabinet voorlopig genieten van de huwelijksreis met de kiezers onder het motto: geen paniek zaaien en de Fransen eerst onbekommerd op vakantie laten gaan. Begin juli zet hij zijn plannen uiteen.
Een tweede ronde in de parlementsverkiezingen was alleen noodzakelijk in die districten waar in de eerste ronde geen van de kandidaten meer dan 50 procent van de stemmen heeft gekregen. Dat was in 519 districten het geval. Achtenvijftig kandidaten zijn al verzekerd van hun verkiezing: 56 rechtse politici en twee socialisten. Onder hen zijn zeven ministers in de huidige rechtse regering. Chirac zou Raffarin zondagmiddag herbenoemen als eerste minister, als deze formeel zijn ontslag heeft aangeboden. Het nieuwe kabinet zal waarschijnlijk niet veel verschillen van het huidige. Het nieuwe parlement komt volgende week dinsdag voor het eerst bijeen.
De Franse afkeer van links staat niet op zichzelf. Die moet in de Europese context worden geplaatst. Deze toont duidelijk aan dat er een verschuiving is naar rechts, zoals in Denemarken, Nederland, Portugal en Ierland het geval is.