In de aanklacht, die aan het begin van de zitting werd voorgelezen, legde de aanklager de verdachten lidmaatschap van een terroristische organisatie en boekhoud– en belastingdelicten ten laste. Hij eiste straffen van tien tot 51 jaar.De verdachten zouden deel hebben uitgemaakt van diverse organisaties en ondernemingen in het ETA–milieu. Zij zouden de terreurorganisatie politiek, ideologisch en financieel hebben gesteund hebben en op deze manier het voortbestaan van de terreur mogelijk hebben gemaakt.

De eerste verdachte die werd voorgeleid was Bixente Askasibar, leider van een politieke afdeling van de ETA. Askasibar wilde niet antwoorden op de vragen van aanklager Enrique Molina, omdat er sprake zou zijn van een „politiek proces tegen de ETA".

Voor het persbureau Europapress benadrukte minister van Binnenlandse Zaken Alonso dat hij groot respect heeft voor de onafhankelijkheid van het gerechtshof. De minister liet weten dat hij overtuigd is van „de professionaliteit en onpartijdigheid van de rechters van het hof".

Het proces tegen de ETA–verdachten gaat vier tot acht maanden duren. De rechtbank zal meer dan driehonderd getuigen horen.