Het bliksembezoek – Bush bleef slechts vier uur in Mongolië – had ten doel de aandacht te vestigen op het eerste communistische land in Azië dat is overgestapt op een democratisch stelsel, nu vijftien jaar geleden. Mongolië is het laatste land dat Bush bezoekt op zijn achtdaagse reis door Azië. Eerder deed hij Japan, Zuid–Korea en China aan. Maandagavond plaatselijke tijd wordt hij terugverwacht in het Witte Huis.Bush speelde in op de trots die veel Mongoliërs voelen voor hun leger, door twee soldaten te prijzen die in Irak een man doodschoten die met zijn vrachtwagen inreed op een legertent in een poging een zelfmoordaanslag te plegen.

„U bent een succesvol voorbeeld voor de regio en voor de wereld", zei Bush tegen de soldaten en parlementariërs. „Terwijl u een vrije samenleving bouwt in het hart van Centraal–Azië weet u het Amerikaanse volk aan uw zijde."

Bush’ lovende woorden ten spijt heeft de overgang van zeventig jaar sovjetoverheersing naar de vrije markt de 2,8 miljoen inwoners van Mongolië tot nu toe weinig goeds gebracht. De val van de Sovjet–Unie betekende het einde van allerlei subsidies, met als gevolg diepe armoede en de sociale problemen die daarbij horen. Slechts weinig buitenlandse bedrijven investeren in Mongolië en het niveau van het onderwijs en de gezondheidszorg daalt. Toch groeide de economie vorig jaar met 11 procent. De grond van Mongolië is rijk aan koper en goud.

Voor zijn bezoek aan Mongolië, het eerste ooit door een Amerikaanse president, zei Bush onomwonden dat de wijdverspreide corruptie in Mongolië een probleem vormt. Tijdens zijn bezoek uitte hij zich wat omzichtiger. Hij herinnerde de parlementariërs er aan dat ze de anticorruptiewetgeving in overeenstemming moeten brengen met het anticorruptieverdrag van de Verenigde Naties dat het land eerder dit jaar ondertekende.

Na zijn speech dronk Bush vlak buiten de hoofdstad gefermenteerde paardenmelk en beluisterde hij de traditionele Centraal–Aziatische kunst van het keelzingen. ‘Heel speciaal’, zei hij. Duizenden nieuwsgierige maar voornamelijk bewegingsloze Mongoliërs aanschouwden het presidentieel konvooi, terwijl het de straten van Ulaanbaatar doorkruiste. Boven de stad hing een dikke laag smog.

Naast het regeringsgebouw, in een showmodel van een traditionele Mongolische tent, ontmoette Bush president Nambaryn Enkhbayar. Binnenin bevonden zich rode stoelen, wandkleden, oosterse tapijten en een groot, wit standbeeld van de beruchte Dzjenghis Khan: de stichter van Mongolië die ooit een rijk bestierde dat zich uitstrekte van Zuidoost–Azië tot het hedendaagse Hongarije.

Enkhbayar is de leider van de Revolutionaire Volkspartij, de opvolger van de Communistische Partij. De Volkspartij zich heeft verbonden aan vrije verkiezingen en het kapitalisme. Na zijn korte conversatie met Enkhbayar ontmoette Bush premier Elbegdor Tsakhia van de rivaliserende Democraten.

Bush kwam niet met lege handen. De Verenigde Staten geven Mongolië elf miljoen dollar om het leger te moderniseren. Het geld wordt verstrekt in het kader van een programma dat legers van landen financiert die de door de Amerikanen geleide, zogenoemde oorlog tegen het terrorisme steunen.