Justitie laat handel in doping lopen
Politie en justitie doen vrijwel niets tegen de illegale handel in doping en het gebruik ervan. Met name in fitnessclubs en sportscholen worden steeds meer stimulerende en spierversterkende middelen gebruikt.
In totaal zijn er naar schatting 45.000 dopinggebruikers in de zogenaamde breedtesport. Dat blijkt uit een nog niet gepubliceerd onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie.
Het openbaar ministerie laat in een reactie weten dat de prioriteit inderdaad niet bij de bestrijding van dopinghandel ligt. Het gebrek aan mankracht zou hiervan de oorzaak zijn. Uit het rapport van Justitie blijkt dat bij de inspectie van het ministerie van Volksgezondheid de namen van dertig à veertig notoire dopinghandelaars bekend zijn. Opsporingsambtenaren zeggen echter dat ze geen goed zicht hebben op de dopinghandel.
In de handel in doping gaat jaarlijks zo’n 90 miljoen euro om, zo staat in het rapport te lezen. Van de ’recreatieve’ gebruikers is ongeveer de helft aan de anabolen of de groeihormonen. De anderen gebruiken stimulerende middelen als amfetaminen, cocaïne en efedrine. Ook gebruiken sommige sporters diergeneesmiddelen om de prestaties te verhogen. Naar schatting is zeker driekwart van de gebruikte middelen sowieso illegaal. De rest is alleen op doktersvoorschrift toegestaan.
De Tweede Kamer heeft de sancties tegen dopinghandel vorig jaar juist vertienvoudigd naar maximaal zes jaar gevangenisstraf. CDA-kamerlid Atsma vindt het onaanvaardbaar dat er van de beloofde extra aandacht voor dopinghandel blijkbaar niets terecht is gekomen. Dat liet hij zaterdagavond in een reactie weten. Er lijkt volgens Atsma bovendien door departementen langs elkaar heen gewerkt te worden. Volksgezondheid kent immers veel dopinghandelaren, terwijl de politie veelal in het duister tast. Hij wil schriftelijk opheldering van de betrokken bewindslieden Korthals (Justitie) en Vliegenthart (Sport/Volksgezondheid).