Groen in steden bevordert gezondheid
Groen in de stad is goed voor de gezondheid, stelt Anneke Heinecke.
Gemeenten moeten veel actiever dan ze nu doen groen in de stad bevorderen. Groen draagt bij aan een goede gezondheid van mensen. Nu is groenvoorziening vaak nog de sluitpost van de gemeentelijke begroting. Dat stellen de organisatoren van het congres ”De groene gezonde stad”: Groenforum Nederland, Natuur en Milieu, de Raad voor Ruimtelijk-, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO) en de Raad voor Gezondheidsonderzoek (RGO).De organisaties willen een brug slaan tussen de gezondheids- en natuurbelangen. Uit onderzoek is gebleken dat groen positieve effecten heeft op de gezondheid van de mens. De natuur voorkomt ziektes en bevordert genezing, met name bij een burn-out of stressklachten. Kinderen moeten niet alleen meer gaan bewegen om overgewicht en stress tegen te gaan, maar ook meer de natuur in. De groenvoorziening in de steden is daarvoor ontoereikend, stelden de organisatoren van het congres afgelopen donderdag. Volgens Fred Woudenberg, hoofd bureau medische milieukunde van de GGD Amsterdam en lid van de Gezondheidsraad, heeft ieder mens minimaal nodig: loop- en zitgroen rond het huis, een park op loopafstand en een bos op fietsafstand.
Gemeenten moeten groen in elk (ver)bouwplan opnemen, bijzondere vormen van groen stimuleren (van geveltuin tot buurtparken), het groen beter afstemmen op recreatieve behoeften en een koppeling maken tussen groen, zorg en welzijn, stelde Piet Steltman, coördinator van Groenforum Nederland.
Hans de Goeij, directeur-generaal Volksgezondheid bij het ministerie van VWS, heeft veel belangstelling voor de gunstige werking van natuur op gezondheid. Hij is op zoek naar implementatiemogelijkheden van de aanbevelingen uit het eerste deel van het advies over natuur en gezondheid dat de Gezondheidsraad en de RMNO vorig jaar in samenwerking met enkele andere raden hebben uitgebracht. De opdrachtgevers (VWS, VROM en LNV) vragen nu om het tweede deel, dat gericht moet zijn op implementatie en verdieping. Zij zijn op zoek naar succesvolle toepassingen in de praktijk. Welke problemen doen zich voor bij implementatie en welke goede voorbeelden zijn er, waar ontbreekt nog kennis en hoe kunnen we bestaande kennis beter benutten?
De auteur is communicatieadviseur van de Raad voor Ruimtelijk-, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO).