Alexia
In Wassenaar doopte ds. D. van der Boon zaterdag prinses Alexia, de tweede dochter van prins Willem-Alexander en prinses Máxima. Het feit dat een lid van het Koninklijk Huis de heilige doop ontvangt, vormt een teken voor heel Nederland. Het is een publiek signaal tegenover het in West-Europa groeiende heidendom. Zoals ook op 7 december 2003. Toen bediende ds. Ter Linden de doop aan prinses Alexia’s zusje Amalia. In de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Bij de inhuldiging van prinses Juliana als koningin lazen plaatselijke predikanten een kanselboodschap. Indrukwekkend was daarin de erkenning dat de nieuwe koningin „haar gezag ontvangt van de Heer der Heren, Jezus Christus, Die, ten oordeel en behoud, temidden van ons is als Eén, die dient.” Het laten dopen van telkens nieuwe prinsjes of prinsesjes erkent -gewild of ongewild- het gezag van diezelfde almachtige God en Koning.De samenleving blijkt steeds meer doordrenkt van postmoderne twijfel. En van het veronachtzamen van tradities. Misschien wilden de koninklijke ouders vooral het oude gebruik niet verachten. Maar dat is ook binnen de kring van mensen die zich rekenen tot de gereformeerde gezindte vaak het geval. Het oude formulier om kleine kinderen te dopen waarschuwt immers al tegen het laten dopen uit gewoonte of bijgelovigheid. Toch ontvangen kinderen telkens het sacrament. Als een teken van hoop tegenover alle menselijke onzekerheid.
Natuurlijk vallen er opmerkingen te maken bij de doopdienst. De predikant gebruikte -mogelijk op verzoek van het prinselijk paar- water uit de Jordaan. Zoiets gebeurt vaker. Deze voorkeur heeft wellicht te maken met het feit dat Johannes de Doper daar zijn werk verrichtte. Ook de Heere Jezus werd in de Jordaan gedoopt. Meestal realiseren doopouders zich niet dat Johannes doopte op voorwaarde van bekering. Mensen die dat teken ontvingen, beloofden te willen leven overeenkomstig Gods bedoeling en Zijn heilzame wet.
Een andere kanttekening: er was bij de doop van prinses Alexia sprake van peters en meters. Dat is niet echt protestants. Een peter en een meter zijn de man en de vrouw die volgens oud gebruik -in de rooms-katholieke en de lutherse kerken- een kind mede ten doop houden. Daarmee stellen ze zich symbolisch borg voor een christelijke opvoeding van de dopeling.
De peters en meters spraken tal van wensen uit. Woorden van verschillende inhoud. Soms wijs. Maar ook aansporend tot het genieten van het leven. Marc ter Haar, vriend van prins Willem-Alexander, hoopt dat het prinsesje „optimisme, zelfvertrouwen en vriendschap” zal genieten.
Mooier is de wens van Martin Zorreguieta: „Ik wens dat je altijd de bescheidenheid hebt om eigen fouten te erkennen en de wil om hiervan te leren.” Is de beste wens niet dat Alexia de Christus leert kennen als persoonlijke Zaligmaker?
Welke kritische opmerkingen er verder nog zouden zijn te maken - prinses Alexia is gedoopt. Dat is een teken voor het Nederlandse volk. Voor degenen die allang vergeten zijn dat moeder hen vroeger op de knieën heeft leren bidden. Voor hen die bewust niet meer willen denken aan het feit dat vader ooit zei dat ze bekeerd moesten worden. Voor allochtonen die Allah aanhangen. Voor boeddhisten die geloven in de eeuwige kringloop van het bestaan.
De doop van prinses Alexia vormt ook een vraag. Voor mensen uit orthodox-gereformeerde hoek die vaak klagen over de teloorgang van christelijke waarden en normen. Ook waar het ons Koninklijk Huis betreft. Die klachten zijn terecht. Maar nu valt er ook iets anders te doen. God bidden of hij in het hart en leven van de dopeling -en het hele Koninklijk Huis- ook de betekenis van de doop wil uitwerken.
Abusievelijk zijn in het commentaar van maandag niet de peters geciteerd die aanwezig waren bij de doop van prinses Alexia, maar de peters van prinses Amalia. De juiste namen en wensen van de peters en meters van Alexia stonden vermeld in het artikel op de binnenlandpagina.