Dat blijkt uit een brief van Schultz vrijdag aan de Tweede Kamer. Schiphol vindt al langer dat zij financieel medeverantwoordelijk is vanwege een bouwverbod dat zij in 2003 had ingesteld voor een terrein naast de luchthaven. Gebiedsontwikkelaar Chipshol, die op die plek een kantorenpark wilde neerzetten, eiste met succes bij de rechter een vergoeding. „Het ministerie van Verkeer en Waterstaat staat buiten de rechtsgedingen rond schadevergoedingen die nog aanhangig zijn”, schrijft Schultz.De kwestie draait om het Groenenbergterrein naast de Aalsmeerbaan. Eigenaar Chipshol wilde daar een kantorenpark bouwen, maar kreeg ruim twee jaar geleden een verbod vanwege belemmeringen voor de luchthaven. Schiphol had Verkeer en Waterstaat om die ingreep gevraagd. Uit recent onderzoek van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) bleek alleen een gepland parkeerterrein met daarop geparkeerde vrachtwagens een gevaar te vormen.

Schultz schrijft verder dat Chipshol zijn bezwaar tegen het bouwverbod heeft ingetrokken om verdere slepende procedures te voorkomen. Voor haar is daarmee de geldigheid van de maatregel komen vast te staan en zijn geen juridische procedures meer aanhangig tussen Chipshol en het ministerie.

Pikant is dat op zijn beurt Schiphol Schultz om intrekking van het bouwverbod heeft gevraagd. Zij beraadt zich daarop, schrijft zij. Chipsholdirecteur P. Poot steekt echter niet de vlag uit. „Het gaat slechts om een schijnmanoeuvre naar buiten toe. Er zijn nog tachtig mogelijkheden om een spaak in het wiel te steken.”

Zijn stelling is dat Chipshol in zijn bouwplannen „stelselmatig” wordt tegengewerkt door overheden, inclusief gemeente Haarlemmermeer en provincie Noord-Holland, die samenspannen met Schiphol en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Schultz bestrijdt dit in een aparte verklaring die haar departement gisteren verspreidde.

Eind deze maand bespreekt zij de zaak met de Tweede Kamer. PvdA’er Duivesteijn zal daarbij aandringen op een onafhankelijk onderzoek, liet hij gisteren desgevraagd weten.