Onbegrip overheerst na vrijspraak
AMSTERDAM - Van verschillende kanten is teleurgesteld en vol onbegrip gereageerd op het vonnis in de strafzaak tegen Samir A. Het Gerechtshof sprak de terreurverdachte vrijdag in hoger beroep vrij.
„Wij zijn zeker teleurgesteld”, zo reageerde de Haagse persadvocaat-generaal K. Plugge vrijdag namens het openbaar ministerie op het vrijsprekende arrest. Hij wijst erop dat A. de intentie heeft gehad een aanslag voor te bereiden. In samenhang met onder meer de bomingrediënten en de plattegronden van te treffen doelen, gevonden in zijn woning, meende het OM te beschikken over voldoende bewijsmateriaal.Het kabinet zal het vonnis van het gerechtshof zorgvuldig bestuderen. Daarbij zal gekeken worden waar het vast zit in de wetgeving, aldus minister Remkes (Binnenlandse Zaken) vrijdag. Minister Donner (Justitie) zei dat hij zal kijken „of de wet moet worden aangepast.” De vraag is volgens de minister gerechtvaardigd of de huidige terreurwetgeving voldoende is. Het gaat er volgens Donner om of verdachten de intentie hebben gehad terroristische aanslagen te plegen. „Maar de vraag is dan: Gaan we mensen strafbaar stellen voor wat zich in hun hoofd afspeelt? Daar ga ik nu niet uit de losse pols op antwoorden.”
Minister Remkes zei zich te kunnen voorstellen dat mensen er niets meer van begrijpen. Maar hij benadrukte daarbij dat de rechters op zich onafhankelijk zijn en dat dit een grote verworvenheid is. Remkes en Donner wezen er beiden op dat het OM nog in cassatie kan gaan bij de Hoge Raad.
Premier Balkenende vindt de reactie vorig jaar zomer om een terreuralarm uit te vaardigen na de arrestatie van Samir A. nog altijd gerechtvaardigd, ondanks de vrijspraak. Volgens de premier kunnen mensen niet waakzaam genoeg zijn als iemand kwaad in de zin heeft. „Hij is op juridische gronden vrijgesproken, maar er ging wel degelijk een bedreiging van uit. Zijn motieven waren dus wel reden voor een terreuralarm.” Ook de PvdA vindt het terreuralarm van vorig jaar een goede zaak.
Het CDA vindt het „onacceptabel” dat de terreurverdachte kan wegkomen met vrijspraak, terwijl onomstotelijk is vastgesteld dat hij terroristische bedoelingen had. De partij is wel blij dat hij nog vastzit op basis van nieuwe verdenkingen. De partij vindt vrijspraak onaanvaardbaar. Volgens het CDA is nu de centrale vraag of de nieuwe Wet terroristische misdrijven toereikend is om ook terroristische bedoelingen te kunnen bestraffen. Als dat niet het geval is, moet de wet worden aangescherpt.
De VVD vindt de vrijspraak „onbevredigend” en „opmerkelijk.” De liberalen hopen dat justitie hem met de inmiddels aangescherpte terreurwetgeving wel veroordeeld kan krijgen in het nieuwe onderzoek dat tegen de verdachte loopt. De PvdA vindt dat personen met terroristische intenties strafbaar moeten zijn als zij daar gevolg aan geven, hoe klein ook.
Tweede Kamerlid Wilders is „zeer geschokt” over de vrijspraak. Voor hem is dat opnieuw een bewijs dat de rechterlijke macht in Nederland incompetent is. Het is de rechtspraak „onwaardig” dat A. tot tweemaal toe kan worden vrijgesproken, terwijl er bij hem materialen voor explosieven, plattegronden en radicale geschriften zijn gevonden, stelde Wilders. „Terrorisme loont blijkbaar nog steeds in Nederland.”
De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak kan niet zo veel met de uitspraken van Wilders: „Mijnheer Wilders moet eerst maar eens het vonnis lezen. Dan zal hij zien dat de raadsheren het Wetboek van Strafrecht hebben gevolgd. De rechters in ons land zijn onafhankelijk en onpartijdig en volgen gewoon de wet.”
Prof. mr. Y. Buruma noemt de uitspraak van het Hof uitstekend. „Ik realiseer me dat vrijwel alle politieke partijen het met me oneens zullen zijn.” Volgens de Nijmeegse strafrechtgeleerde is de uitspraak juridisch correct gemotiveerd. „We mogen nooit toe naar een rechtspraak waarin je strafbaar bent om wat je denkt.”
Het achter de tralies krijgen van Samir A. is volgens Buruma alleen haalbaar als justitie een nieuwe zaak tegen hem kan beginnen met meer bewijsmateriaal. De strafrechtgeleerde heeft goede hoop dat dat binnenkort gaat lukken. Samir A. zit inmiddels weer in voorlopige hechtenis op verdenking van het voorbereiden van terreuraanslagen. Volgens Buruma staat justitie in die zaak een stuk sterker. „Wat het OM nu in handen had, een citroenflesje met kunstmestkorrels, was ongelooflijk niks.”