„Eenheid rond het Woord, niet rond een dogmatiek”
METEREN - Honderden preken heeft ds. D. van Leeuwen, ex-cementmixer, ooit gehouden. Veel is er niet meer van over. Slechts drie korte overdenkingen over de blinde Bartiméüs doorstonden de tand des tijds. Oorspronkelijk waren ze bedoeld voor de Nederlandse militairen in Indië. Nu zijn ze terug te vinden in het eerste deel van de nieuwe prekenserie ”Gehoord onder vele getuigen”.
De samensteller van de bundel, J. M. Vermeulen uit Meteren, is blij dat hij de nalatenschap van de oud gereformeerde predikant heeft kunnen redden van de ondergang. „Het zijn schitterende overdenkingen. Je ziet de blinde Bartiméüs zo voor je zitten en dan die geestelijke gangen die ds. Van Leeuwen beschrijft.”In zijn hand heeft Vermeulen de oorspronkelijke vergeelde brochure. „Het kostte me veel tijd om de preken te bewerken, maar ik ben blij dat ik het heb kunnen doen.” Even denkt hij na, veert dan op: „Ja, zo zou je het het best kunnen zeggen: deze prekenbundel is eigenlijk een soort nagedachtenis.”
Voor het publiek is de Meterse schrijver geen onbekende. Een tiental biografieën over oud gereformeerde leraars verschenen van zijn hand. De boeken zijn goed verkocht. Enkele delen zijn zelfs meermalen herdrukt. Toch vond Vermeulen het tijd voor iets anders. „Je moet voorkomen dat er een soort vermoeidheid optreedt.”
Het samenstellen van een prekenserie van ledeboeriaanse en oud gereformeerde predikanten was eigenlijk vanzelfsprekend voor Vermeulen. „De vragen daarom liggen er al jaren. Bij het schrijven van de biografieën vroegen nabestaanden al regelmatig of ik niet eens wat preken van vader kon uitgeven.”
Na het afronden van de biografieënreeks voldeed Vermeulen graag aan het verzoek. Uitdrukkelijk vermeldt hij dat het om een persoonlijk initiatief gaat. In principe hebben de Oud Gereformeerde Gemeenten namelijk het uitgangspunt dat er alleen oudvaders worden gelezen. De auteur merkt echter dat er in een aantal gemeenten wel eens een „uitstapje” wordt gemaakt. De dienstdoende ouderling grijpt dan naar een preek van een voorganger van een verwant kerkverband of leest iets van een eigentijdse oud gereformeerde dominee. Omdat er van de laatste categorie niet zo veel voor handen is, verwacht Vermeulen met de uitgave van deze prekenbundel in een leemte te voorzien.
Het is overigens niet zo dat Vermeulen met dit initiatief pleit voor een algehele overgang op preken van eigentijdse voorgangers. „We vinden in de preken van onze voorvaderen diepe geestelijke lessen die we juist ook in deze donkere tijden nodig hebben.”
Jongeren speelden een belangrijke rol bij Vermeulens overwegingen om te komen tot deze prekenbundel. „Soms zie ik jongeren de oren spitsen als er eens een preek van een hedendaagse leraar wordt gelezen. Die leraren weten wat er bij de jeugd leeft. Ook waarschuwen ze bijvoorbeeld tegen de moderne media. Dat kom je bij de oudvaders natuurlijk niet tegen.”
Bij het samenstellen van de bundel, die is uitgeven bij Vermeulens bedrijf Tekstservice Vermeulen, heeft de inwoner van Meteren geprobeerd rekening te houden met jeugdige luisteraars. „Ook voor de jongeren moet de preek duidelijk zijn. Daarom heb ik lange zinnen geknipt en verouderde woorden geactualiseerd. Het moet niet zo zijn dat er eerst een vertaalslag gemaakt moet worden voordat de boodschap landt.”
Soms vroeg dat om enige ingrepen. De preek van de bekende Benthuizer voorganger L. G. C. Ledeboer, die als enige niet-oud gereformeerde voorganger ook in de prekenbundel voorkomt, moest flink onder het mes. „Het is bekend dat ds. Ledeboer hortend en stotend sprak. Zijn preken waren uitstortingen van wat in zijn gemoed leefde. Dat heb ik wat vloeiender gemaakt. Dan moet je wel eens wat zinnen aan elkaar lijmen. Overigens heb ik niets veranderd aan de inhoud en zijn alle grote wijzigingen netjes genoteerd.”
Bij elke preek in de bundel is informatie te vinden over de desbetreffende predikant. Het zijn er twaalf, onder wie ds. W. Kamp, ds. L. Gebraad, ds. H. Wiltink, ds. M. Ruben, ds. A. van der Meer en zijn zoon ds. A. P. van der Meer. Om de preek beter te kunnen plaatsen heeft Vermeulen bewust weergegeven bij wat voor gelegenheid de preek is uitgesproken. „Je moet de dominee zien in de tijd waarin hij leeft en wat de bedoeling was met zijn preek. Het probleem van deze tijd is dat men vaak maar wat citeert. Men slingert een alinea de wereld in zonder te beseffen dat iedere alinea een adres heeft.”
Vermeulen bekent eerlijk dat er tussen de preken in de bundel verschillen zijn. „Ik vind dat juist heel mooi bij ons. In de Oud Gereformeerde Gemeente vind je eenheid rondom het Woord en niet rondom een dogmatiek.”
Dat er desondanks verschillende „kleuren” zijn, neemt de samensteller voor lief. Zorgvuldig formulerend: „Ze zijn inderdaad allemaal anders. Wel hebben ze één kleur als het gaat om het bevindelijke werk van God en, net als bijna alle goede oudvaders, het onvoorwaardelijke aanbod van de genade. Daarover zie je volkomen eenheid. Uiteindelijk slaan ze allemaal op hetzelfde aambeeld, namelijk dat de mens bekeerd moet worden.”