„Wij verschillen met het hof over wat onder voorbereidingshandelingen valt".Plugge wijst erop dat A. de intentie heeft gehad een aanslag voor te bereiden. In samenhang met onder meer de bomingrediënten en de plattegronden van te treffen doelen, gevonden in zijn woning, meende het OM dat dat voldoende was om A. te vervolgen voor het plannen van een terreuraanslag.

„Het is een moeilijk te trekken lijn", aldus Plugge. „Hoe ver moet het gaan om iemand te kunnen aanpakken?" Volgens de advocaat-generaal legt het hof de grens bij het bestaan van een acute dreiging. Die is in het geval van Samir A. door dit rechtscollege niet gevonden.

Plugge: „Ook in de toekomst zal het zoeken zijn naar wat de grens is".

Het openbaar ministerie beraadt zich nog op het instellen van beroep in cassatie bij de Hoge Raad. Daartoe wil het eerst het arrest van het hof bestuderen.