Dat blijkt uit een onderzoek van het Centrum voor Verslavingsonderzoek in Utrecht. Er zijn nu 40.000 gokverslaafden. Medio jaren negentig werd het aantal geschat op 70.000, maar dat was niet gebaseerd op feiten.Het ministerie van Justitie had opdracht gegeven voor de rapportage. De onderzoekers menen dat de afname van het aantal verslaafden het bewijs is dat de tot nu toe getroffen maatregelen een succes zijn.

Zo werden speelautomaten uit snackbars en kantines geweerd. Op die manier komen (potentiële) verslaafden zo min mogelijk in de verleiding. Personeel van casino’s en automatenhallen kreeg training in het herkennen en aanspreken van verslaafde spelers en risicogevallen. De spelers konden vrijwillig een toegangsverbod aanvragen.

Het ministerie beraadt zich op verdere maatregelen. In Nederland zijn naar schatting nog steeds 76.000 risicogevallen. Ondanks de afname van het aantal verslaafden lijkt het probleem van de hardnekkige speler nog niet te zijn opgelost.

Kansspelverslaafden, overwegend mannen tussen de 30 en 50 jaar, zijn meestal niet aan één spel verslaafd en stappen makkelijk over op andere spelen. De onderzoekers pleiten ervoor dat hulpverleners, overheden en toezichthouders nog beter samenwerken bij het bestrijden van gokverslaving.

GGZ Nederland en de VAN Speelautomaten Brancheorganisatie presenteerden gisteren in Den Haag het ”Actieplan Kansspelen”. Dat moet zorgen voor een preventieve aanpak van gokverslaving. De organisaties gaan onder meer voorlichting geven via brochures en internet. Ook moet er verdere training voor casinopersoneel komen. Verder komt er een Nationaal Kansspel Kenniscentrum.

A. Kok van de VAN wees erop dat „iedere speler zelf verantwoordelijk is voor zijn gedrag.” „Wij kunnen geen mensen helpen, maar wel hen doorverwijzen naar de ggz.”