Op 8 april vorig jaar, nog geen maand na de aanslagen in Madrid, zei de in camouflagepak geklede man bij het station tegen personeel van de NS en de politie dat hij een bom in zijn tas had. Hij voegde eraan toe dat hij op weg was naar de Prins Bernhardkazerne en dat hij het ding zou laten ontploffen als hij werd tegengehouden.Daarop werd het treinverkeer rond Amersfoort stilgelegd en werden vijftien woningen in de buurt van het station ontruimd. Achteraf bleek het te gaan om een tatoeëerapparaat. Volgens de 24-jarige Amsterdammer T. N. sprak de politie hem als eerste aan over de mogelijkheid van een bom in zijn tas en had hij dat uit boosheid bevestigd.

N. lijdt aan een posttraumatisch stresssyndroom, dat hij opliep door een voorval in zijn diensttijd in Duitsland. De verwarde man wilde die avond naar de kazerne om te „praten”, zei hij achteraf. Officier van justitie T. Pastoor vond dat N. niet langer hoefde vast te zitten dan de zeventig dagen die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Wel moet hij zich houden aan aanwijzingen van de reclassering, ook als dat inhoudt dat hij zich verder moet laten behandelen. Uitspraak op 1 december.