Rusland trekt zich terug uit START-II
Rusland heeft zich vrijdag formeel teruggetrokken uit het START-II kernwapenverdrag met de Verenigde Staten. Gezien het huidige Amerikaanse defensiebeleid heeft het akkoord zijn betekenis verloren, luidt het argument.
Volgens het in 1993 getekende verdrag hadden Rusland en de Verenigde Staten het aantal kernkoppen moeten terugbrengen tot 3000 à 3500. Het verdrag werd echter nooit in werking gesteld. Het Amerikaanse Congres ratificeerde het verdrag in 1996 en het Russische parlement in 2000. De Russen maakten echter het voorbehoud dat het ABM-verdrag, dat toen al onder druk stond, behouden zou moeten blijven. De Amerikanen accepteerden dat niet en kondigden aan het ABM-verdrag te zullen opzeggen omdat het hun in de weg stond bij de ontwikkeling van een raketafweersysteem. Het ABM-verdrag liep donderdag formeel af.
Intussen hebben de Russische president Vladimir Poetin en de Amerikaanse president George Bush een nieuw verdrag gesloten dat de kernkoppen aan beide kanten moet verminderen tot tussen de 1700 en 2200. Ook sloten de landen een partnerschap op grond waarvan zij informatie over hun raketverdediging gaan uitwisselen en mogelijkheden bekijken voor samenwerking op dat gebied.
Het nieuwe kernwapenverdrag geeft Rusland en de VS meer vrijheid bij het kiezen welke wapens zij willen afstoten. START-II verbood Rusland met name landraketten met meerdere kernkoppen te stationeren, wapens die de kern van het Russische arsenaal uitmaken. Als het verdrag was doorgevoerd had Rusland een groot aantal eenkoppige Topol-raketten moeten bijbouwen of, om de Amerikaanse wapens te evenaren, nieuwe kernonderzeeërs moeten bouwen die kunnen worden uitgerust met ballistische raketten. Voor beide opties ontbreekt het geld. Het nieuwe verdrag staat Rusland toe zijn meerkoppige SS-18’s en SS-19’s nog een tijd te handhaven.