Dat bleek dinsdag uit de resultaten van het eerste nationale bieronderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse bierbrouwerijen. Daarvoor werden 500 Nederlanders tussen de 18 en de 65 jaar -die ten minste één keer per maand bier drinken- bevraagd.De associaties met bier zijn vooral positief. Bier drinken wordt gezien als gezellig en ontspannend. Een kwart van de ondervraagden denkt bij bier direct aan uitgaan. Bijna 20 procent legt een link met feesten. Zo’n 14 procent de voorkeur houdt ervan thuis op de bank met een biertje bij te komen van het werk.

De smaak van bier is voor de liefhebbers bekender dan de achtergronden. Dat water, granen, hop en gist de belangrijkste ingrediënten van bier zijn, weet lang niet iedereen. Vrij veel vrouwen noemen -ten onrechte- suiker als ingrediënt.

Zestig procent weet niet dat Nederland de grootste bierexporteur ter wereld is. Bijna 30 procent denkt dat dit Duitsland is en meer dan 10 procent schrijft de eer toe aan de Verenigde Staten.

De meerderheid van bierdrinkend Nederland is op de hoogte van een verantwoorde alcoholconsumptie: twee tot drie glazen voor mannen. Een derde maakt een voorzichtiger inschatting met een glas per dag. Acht procent vermoedt dat de norm bij vijf of meer glazen ligt. Minder dan een vijfde deel geeft aan niet dagelijks bier te willen drinken omdat „het wel een beetje speciaal moet blijven.”

Voor meer dan de helft van de ondervraagden is pils de favoriete biersoort. Ook witbier, trappist en de overige speciaalbieren scoren relatief hoog: elk rond de 10 procent. Vooral bij vrouwen is witbier populair.