S., moeder van twee kinderen, wordt ervan verdacht dat zij haar negen maanden oude baby zwaar heeft mishandeld door haar op de kop te houden, flink te schudden en omhoog te zwaaien, waardoor oogletsel en een botbreuk zouden zijn ontstaan. Het letsel werd toegebracht toen S. eind januari een paar dagen bij de man in Ermelo was.H. wordt verdacht van medeplichtigheid en -samen met S.- van het in de steek laten van een hulpeloos kind. De officier van justitie noemde de kindermishandeling het resultaat van een dramatisch weekend.

S. en H. waren voor de tweede keer in hun kortstondige relatie een weekend met hun kinderen samen in H.’s huis in Ermelo. S. had haar dochtertjes meegebracht; de zoontjes van H. waren er ook. Vrijdags en zaterdags gebeurde er niet veel bijzonders, maar zondags zou de baby het zwaar te verduren hebben gehad; zo zwaar dat zij helemaal onder de blauwe plekken zat toen S. ’s avonds weer bij haar ouders thuiskwam.

Niemand van de betrokkenen -onder wie de ex-echtgenoot van S.- vond het nodig direct een arts te raadplegen. De baby werd pas op dinsdag op het consultatiebureau gezien en toen direct naar het ziekenhuis gestuurd. Daar werd het Meldpunt Kindermishandeling ingeschakeld.

Tijdens de behandeling van de strafzaak tegen H. werd de video van zijn verhoor getoond, waarbij hij vol emoties vertelde hoe hij was geschrokken toen hij zag dat S. de baby met het hoofd naar beneden aan een beentje vasthield, omhoog gooide en weer opving. S. ontkent de aantijgingen. De rechtbank doet op 29 november uitspraak.