Dat blijkt uit de Monitor Gesubsidieerde Rechtsbijstand 2005, die minister Donner van Justitie dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Twee jaar geleden kwamen de dertig loketten in de plaats van de vroegere bureaus voor rechtshulp.Om de bekendheid van de loketten te vergroten, begint het ministerie van Justitie in 2006 een voorlichtingscampagne. De afname van contacten is volgens Justitie naast de mindere bekendheid ook terug te voeren op een andere wijze van registreren.

Tachtig procent van de hulpzoekers wordt aan de telefoon of aan de balie geholpen met advies en informatie. De rest wordt geholpen in het gratis spreekuur of doorverwezen naar een advocaat. Mensen met een laag inkomen krijgen subsidie op de rechtsbijstand. Ze moeten dan alleen nog een eigen bijdrage betalen naar gelang hun inkomen.

Van de Nederlanders die de afgelopen twee jaar een juridisch probleem hadden, maakt 13 procent geen gebruik van rechtsbijstand vanwege de kosten. Mensen die recht hebben op subsidie, zien minder vaak af van rechtsbijstand dan degenen die alles zelf moeten betalen. Beide groepen hebben even vaak een juridisch probleem. Hogere griffiekosten en een hogere eigen bijdrage weerhouden niet substantieel meer mensen om gesubsidieerde rechtsbijstand te regelen.

In 2004 verleenden 6415 rechtsbijstandverleners sociale rechtshulp: 95 procent advocaten en 5 procent mediators en deurwaarders. Dat is iets meer dan het jaar ervoor. Gemiddeld behandelde elke rechtsbijstandverlener 54 gesubsidieerde rechtszaken, tegenover 53 in 2003.