Dr. Jan Veenhof was hoogleraar dogmatiek aan de theologische faculteit van 1973 tot 1989 en woont nu in Zwitserland. Een aantal van zijn leerlingen en collega’s nam het initiatief tot publicatie van een bundel met verzamelde artikelen van zijn hand. De brandpunten in dit boek worden gevormd door de geschiedenis van de gereformeerde theologie en de pneumatologie. Op beide gebieden is Jan Veenhof een expert, aldus de redacteuren Dirk van Keulen, Kees van der Kooi, Aad van Egmond en Martien Brinkman.De bundel, met als titel ”Vrij Gereformeerd” (uitg. Kok, Kampen), is verdeeld in twee delen. Het eerste deel bevat bijdragen over onder meer Kuyper, Bavinck, Schilder en Woelderink; het tweede deel gaat in op Veenhofs bijzondere belangstelling: het werk van de Heilige Geest en de uitdaging die de charismatische beweging aan de gereformeerde theologie stelt.

Tijdens zijn docentschap aan de bijbelschool St.-Chrischona (Basel, 1966-1971) kwam Veenhof in aanraking met het piëtisme. Deze ontmoeting is van groot belang geweest. „Veenhof verkeerde in een uitgebreid netwerk van allerlei groepen en personen die zochten naar charismatische en geestelijke vernieuwing. Het is dan ook dankzij zijn inspanning dat aan de VU een bijzondere leerstoel gevestigd werd voor de theologie van de charismatische vernieuwing.”

Veenhof bleef gereformeerd, maar manifesteerde tegelijkertijd de diepe behoefte om zich theologisch te ontwikkelen in een klimaat dat vrij was van kerkelijke en confessionele dwang, aldus de redacteuren. Doordenking van het werk van de Geest is van invloed op de godsleer én op de rol van de mens.

Veenhof vond bijvoorbeeld dat de Heidelberger Catechismus te zuinig over de heiliging spreekt, vergeleken met wat het Nieuwe Testament hierover leert. „Het werk van de Heilige Geest wordt bij hem een sleutel om verschillende delen van de dogmatiek opnieuw te belichten.”