Visverbod wordt duur betaald
Vissers van kabeljauw, schol en tong hebben het eerste halfjaar 6 tot 12 procent minder inkomsten gehad omdat delen van de Noordzee voor hen werden gesloten. Dat heeft staatssecretaris Faber (Visserij) donderdag aan de Tweede Kamer gemeld, op basis van een studie van instituut LEI.
Delen van de Noordzee werden van half februari tot 1 mei gesloten om de kabeljauw te beschermen. Die vissoort was plots erg schaars geworden. De schepen moesten aan de kant blijven of elders vissen.
Staatssecretaris Faber noemt de misgelopen inkomsten „weliswaar behoorlijk, maar het ligt binnen de bandbreedte waarmee de inkomsten van jaar tot jaar kunnen verschillen.”
De tegenvallende inkomsten blijken echter vergaande gevolgen te hebben voor het personeel aan boord. De bemanning kreeg ongeveer 20 procent minder beloning dan voorgaande jaren, aldus het LEI. De Nederlandse Vissersbond in Emmeloord schat dat dit concreet neerkomt op 20.000 gulden per werknemer, samen ongeveer 40 miljoen gulden. Dat bemoeilijkt ook het werven van nieuwe mensen voor de vele vacatures aan boord.
Voorzitter J. Nooitgedagt van de Vissersbond bestrijdt dat de misgelopen inkomsten binnen het normale patroon passen, zoals de staatssecretaris meldt. „Wij hebben ook stijgende brandstofkosten en inflatie, zoals ieder ander. Als aan de wal werknemers geen vier procent erbij krijgen, gaan ze staken. Dan zou het bij ons normaal zijn om flink minder te verdienen?”
Nooitgedagt zegt het vooral jammer te vinden dat het tijdelijke visverbod „totaal niet heeft geholpen, zoals we al hadden voorspeld. Nog steeds is kabeljauw schaars. De misgelopen inkomsten zijn weggegooid geld. We hadden het beter aan de liefdadigheid kunnen geven.”