De organisatoren van de Wereldtop over de Informatiemaatschappij, onder wie secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan, hebben zich door het verzet niet van hun plannen laten afbrengen. In hun ogen is er alleen maar winst: de bijeenkomst zal automatisch het repressieve beleid van de Tunesische autoriteiten in de schijnwerpers plaatsen en daarmee bloot stellen aan een verhevigde roep om hervormingen.Op de bijeenkomst, bijgewoond door naar verwachting zo’n 12.000 tot 15.000 afgevaardigden en 40 tot 50 wereldleiders, staat de groeiende invloed van internet centraal, alsmede de beperkingen die bepaalde landen opleggen aan de vrije doorgifte van informatie. De top is een vervolg op een ontmoeting van twee jaar geleden in Genève, waar de discussie over de restricties die aan internet worden opgelegd voor het eerst op een internationaal forum van dit formaat werden aangekaart.

In sommige landen zijn weblogs verworden tot de samizdat -de verboden literatuur in de vroegere Sovjet-Unie- van het digitale tijdperk. Regeringen die er niets voor voelen dat hun burgers vrij hun mening kunnen geven en toegang hebben tot online informatie, stellen al in het mogelijke in het werk om via firewalls en andere controlemiddelen de toegang tot internet te beperken. China, Iran, Syrië en Oezbekistan zijn enkele van de beruchtste landen op dit gebied.

Maar, zoals onder meer door Reporters Without Borders en mensenrechtenorganisaties wordt aangevoerd, ook de Tunesische regering heeft op het terrein van de mensenrechtenschendingen een reputatie hoog te houden. De Tunesian Monitoring Group noemt bijvoorbeeld het geval van de advocaat en mensenrechtenactivist Mohamed Abbou, die in april dit jaar achter de tralies verdween omdat hij een jaar geleden een artikel had geschreven waarin hij de behandeling van Tunesische politieke gevangenen vergeleek met die van Iraakse gevangenen in de Abu Ghraibgevangenis in Irak.

De groep wijst verder op de gevallen van zeven mannen die in Tunesië in hongerstaking zijn gegaan. Zij behoren tot de ongeveer 500 mensen die vast zitten omdat zij de euvele moed hebben gehad hun mening over politiek gevoelige kwesties te verkondigen.

Annan zei in antwoord op een protestbrief van de groep dat de 46 lidstaten van de International Telecommunication Union die daarover gaan, nu eenmaal hadden besloten de top in Tunis te houden. Dat besluit was in 2001 bekrachtigd door de Algemene Vergadering van de VN. „Ik ben ervan overtuigd dat de organisatie van de top in Tunis de regering van Tunesië een goede kans biedt verschillende mensenrechtenproblemen op te lossen”, aldus de secretaris-generaal.

Annan ziet het mogelijk niet geheel verkeerd. Tunesië zou de afgelopen dagen de druk op de media hebben verlicht.

De Tunesische politie trad evenwel gisteravond hardhandig op tegen lokale en buitenlandse actievoerders die waren geweerd van een vergadering. Zondag werd een verslaggever van de Franse krant Liberation, Christophe Boltanski, neergestoken en getrapt buiten zijn hotel in Tunis. Boltanski stelde recentelijk een onderzoek in naar de mishandeling van mensenrechtenactivisten in het land. Hij raakte gelukkig niet zwaargewond.

Annan had gisteren een ontmoeting met de Tunesische president Zine El Abidine Ben Ali, tijdens welke hij opnieuw het belang benadrukte van de vrijheid van meningsuiting, aldus zijn woordvoerster Marie Okabe.