Kamer vindt Verdonk onduidelijk
DEN HAAG (ANP) – De Tweede Kamer vindt minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) met veel kwesties nog te onduidelijk. Ook overschrijdt zij vaak termijnen die zij zelf aangeeft om maatregelen of voorstellen uit te werken. Daarnaast beantwoordt ze schriftelijke vragen vaak niet op tijd.
Dat bleek maandag tijdens het Kamerdebat over haar begroting voor 2006. Alle fracties wilden over uiteenlopende onderwerpen opheldering of hadden kritiek. De bewindsvrouw zal op veel vragen schriftelijk antwoorden waarna volgende week de afronding in de Kamer plaatsvindt.De oppositie viel Verdonk vooral aan op het asiel– en terugkeerbeleid. PvdA, GroenLinks en SP benadrukten dat een aantal gemeenten veel problemen heeft met uitgeprocedeerde asielzoekers die gaan rondzwerven als zij niet naar hun herkomstland terugkeren.
Verdonk kondigde aan dat zij zelf drie dagdelen de telefoon van haar eigen meldpunt zal bedienen om klachten van gemeenten op dit punt aan te horen. Het meldpunt had tot nu toe 55 contacten met gemeenten gehad, maar dat waren veelal vragen om informatie. D66 en GroenLinks wensten haar veel succes maar willen dat de knelpunten in de uitvoering serieus in kaart worden gebracht.
Verdonk meende dat gemeenten er zelf alles aan moeten doen om de betrokkenen duidelijk te maken dat zij wel kunnen teruggaan en daarvoor ook hulp kunnen krijgen. „Ze gaan nu van gemeente naar gemeente en zo blijft het systeem in stand."
Maar de oppositie meende dat mensen er vaak wel moeite voor doen, maar dat het niet lukt om een reisdocument te krijgen bij de ambassades. Verdonk wees erop dat zij vergunningen kan geven vanwege schrijnendheid en ook als zij buiten hun schuld niet kunnen teruggaan. Volgens Kamerlid Vos (GroenLinks) is dat echter vaak moeilijk aan te tonen en moeten daar transparante regels voor komen.
VVD–Kamerlid Visser meent dat Nederland net als Frankrijk maatregelen moet nemen tegen herkomstlanden die hun eigen burgers niet terugnemen. Zo overweegt Frankrijk aan deze landen minder visa te gaan verstrekken. Deze aanpak sprak Verdonk aan. Nederland is al op ambtelijk niveau benaderd. De bewindsvrouw bekijkt of ze met Frankrijk zal optrekken of in een breder Europees verband.
PvdA–Kamerlid De Vries hield opnieuw een pleidooi om asielzoekers die al heel lang in Nederland zijn, alsnog een verblijfstitel te gunnen. Hij dacht daarbij aan de 11 procent van de in totaal 33.000 asielzoekers die al langer dan negen jaar in Nederland zitten.
Een ruimer pardon is al lange tijd een wens van de linkse oppositie. De Vries viel zijn D66–collega Lambrechts nog aan op een motie die het D66–congres had aangenomen over een specifiek pardon. Maar Lambrechts zei dat dit voorstel anders geïnterpreteerd moet worden en dat een pardon nu niet aan de orde is. In de zomer zal haar fractie de kwestie opnieuw bekijken, als de snelle afhandeling van de oude dossiers afgerond moet zijn.
Verdonk zag geen enkele reden voor een specifiek pardon. Bovendien zit volgens haar nog maar 4 procent van de asielzoekers lang in de opvang, omdat het percentage tussen mei en september van dit jaar met 7 is gedaald. Dat is volgens haar te danken aan het project Terugkeer van de 26.000 asielzoekers die nog voor 2001, onder de oude Vreemdelingenwet, binnenkwamen.
CDA en D66 maakten zich grote zorgen over het vestigingsbeleid voor buitenlandse werknemers en studenten. Zij krijgen te maken met veel rompslomp en dreigen Nederland en ook vooral Den Haag, waar veel internationale organisaties huizen, de rug toe te keren. Maar volgens Verdonk is het nieuwe beleid wel een verbetering.