Dat zei ChristenUnie-leider Rouvoet zaterdag op een congres van zijn partij. Hij erkende dat de CU vaak samen optrekt met de linkse oppositiepartijen als het gaat om sociaaleconomische onderwerpen en asielbeleid, maar noemde meteen forse verschillen tussen zijn partij en de PvdA, te weten ten aanzien van buitenlands beleid, drugsbeleid, medisch-ethische zaken en het Midden-Oostenconflict. „Bij veel van deze thema’s zijn wij een lastige klant.”Rouvoet zegt zijn „zelfstandige positie tussen enerzijds de coalitie, die doorgaans kan rekenen op de steun van LPF en SGP, en anderzijds de linkse oppositie” te koesteren.

De CU-leider refereerde aan de volgens hem opmerkelijke onvrede die er in de CDA-achterban heerst over het beleid van het kabinet. Zo’n 16 tot 26 procent van de CDA-stemmers overweegt een volgende keer ChristenUnie te stemmen. Voorheen schommelde dit percentage altijd rond de 7 procent. „Maar nu hebben we het dus over een kwart van de CDA-kiezers van 2003”, aldus Rouvoet.

Juist in dit licht vindt hij het „onbegrijpelijk dat premier Balkenende het huidige, centrumrechtse of zo u wilt conservatief-liberale kabinet tot inzet van de verkiezingen heeft gemaakt. Nu al levert hij zich uit aan de liberalen van de VVD en de libertijnen van D66.”

Hij liet nogmaals merken dat hij vorige week „verbijsterd” was over staatssecretaris Ross van Volksgezondheid, die in het debat over de begroting van Volksgezondheid niet klip en klaar de verzekering wilde geven dat het kabinet niet zal morrelen aan de vijf dagen bedenktijd in de abortuswet. Met het oog op de evaluatie van de abortuswet, die vanmiddag gepresenteerd is, riep Rouvoet zaterdag zowel Ross als premier Balkenende op „met alle kracht de rug recht te houden en alles te doen wat nodig is om de bescherming van het ongeboren leven niet te verzwakken, maar juist steviger te verankeren. Of moeten we vrezen dat het CDA zal toegeven aan de druk van de abortusklinieken en de coalitiegenoten? Dat zal toch niet waar zijn?”

Refererend aan de situatie in Frankrijk gaf hij aan dat de politiek voor de grote opdracht staat het vertrouwen in Den Haag te herstellen en de kloof tussen bevolking en Binnenhof te dichten. Dat lukt niet door veranderingen in de inrichting van de democratie, denkt Rouvoet. „Natuurlijk willen mensen betrokken zijn bij de politiek, maar waar ze vooral behoefte aan hebben zijn politici die hen begrijpen, die ze kunnen vertrouwen, ook als impopulaire maatregelen onontkoombaar zijn.”

Rouvoets scepsis over bestuurlijke vernieuwing neemt overigens niet weg dat zijn partij een commissie heeft ingesteld, onder leiding van oud-Kamerlid Schutte, die zich over dit onderwerp moet gaan buigen. Thema’s die de commissie bij de kop gaat pakken zijn mogelijke vormen van referenda en de positie van de Eerste Kamer. Maar eerst zal Schutte gaan analyseren wat nu precies de kloof tussen burger en politiek inhoudt, om er daarna een passende remedie bij te zoeken.