„Soms bijt ik het puntje van mijn tong af”
„Ik ga niet meer op de fiets naar mijn werk, maar zit wel fluitend in de auto.” Jaap de Hoop Scheffer geniet van zijn werk als baas van de NAVO. Na Dirk Stikker (1961-1964) en Joseph Luns (1971-1984) is De Hoop Scheffer de derde Nederlander aan het roer van het bondgenootschap.
De CDA’er heeft een opmerkelijke loopbaan. Toen eind september 2001 de puinhopen van de WTC-gebouwen in New York nog rookten, liep een conflict met het CDA-bestuur eropuit dat De Hoop Scheffer zich terugtrok als lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen.Jakob Gijsbert de Hoop Scheffer wordt in 1948 in Amsterdam geboren in een rooms-katholiek gezin. Tijdens zijn diplomatieke loopbaan is hij aanvankelijk lid van D66, maar hij belandt in 1986 voor het CDA in de Tweede Kamer.
Na het verkiezingsdebacle in 1994 verliest De Hoop Scheffer de strijd om het leiderschap. Tijdens de periode-Heerma wordt hij echter steeds genoemd als kandidaat. In 1995 blijkt zijn ambitie uit de uitspraak: „Ik moet oppassen dat ik niet altijd een veelbelovende nieuwkomer blijf.”
In 1997 volgt hij de bedeesde Heerma op, maar wordt alom beschreven als de zoveelste brokkenpiloot. Bij de verkiezingen in 1998 verliest het CDA opnieuw.
De nieuwe lijsttrekker, Jan Peter Balkenende, wint echter de verkiezingen in 2002. Als nieuwe minister van Buitenlandse Zaken probeert De Hoop Scheffer in de aanloop naar de Irak-crisis, als echte CDA’er, zowel pro-atlantisch als pro-Europees te zijn. De kloof tussen alle partijen blijkt echter te groot om te worden overbrugd.
Zijn opstelling blijft echter niet onopgemerkt. In NAVO-hoofdsteden zoals Parijs, Madrid en Washington roept zijn naam geen weerstand op als opvolger van secretaris-generaal Lord George Robertson. Tijdens een ontbijtje op het Witte Huis in Washington begin september 2003 wordt de zaak beklonken.
Op 5 januari 2004 betreedt De Hoop Scheffer het sombere NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Inmiddels hangt het rond de werkkamers van de NAVO-top vol met foto’s van de secretaris-generaal in actie. De ene keer bij de Franse president Chirac, de volgende keer in een dikke winterjas bij militairen in Kosovo. De helft van zijn werkdagen is de NAVO-topman op reis. Het is deze functie waarin de energieke Nederlander zich als een vis in het water voelt.
Toen De Hoop Scheffer twee jaar geleden werd benoemd, wist hij dat de NAVO bezig was zich te hervormen. Hij wilde dat doorzetten. „We doen nu dingen die zelfs bij mijn aantreden niet voor mogelijk werden gehouden. Denk aan het trainen en vervoeren van troepen voor de Afrikaanse Unie in Darfur. Maar kijk ook naar onze luchtbrug in Pakistan, om de gevolgen van de aardbeving te verlichten. Of naar ons werk in New Orleans na de orkaan Katrina. De activiteiten van de NAVO zijn enorm uitgebreid. We verkennen steeds nieuwe terreinen.”
Dit zijn nog maar de zichtbare resultaten van zijn werk. Een etage lager staat echter de grote NAVO-tafel, waar De Hoop Scheffer in de beslotenheid de „politieke dialoog” bevordert. „Vroeger gebeurde dat minder. Maar met Darfur verschijnt heel Afrika op onze radar. En omdat we optreden in Afghanistan en veel contacten hebben in het Midden-Oosten, kunnen we niet zeggen: De politieke ontwikkelingen daar gaan ons niet aan.
Wij voeren bijvoorbeeld de Mediterrane Dialoog met zeven landen rond de Middellandse Zee (Algerije, Mauritanië, Marokko, Tunesië, Egypte, Israël en Jordanië, red.). Vorig jaar hebben we na de top in Istanbul onze contacten in het Golfgebied uitgebreid. Die regio is immers cruciaal voor onze veiligheid. Na een diner op politiek niveau met de landen van de Mediterrane Dialoog in december, ben ik het gebied gaan rondreizen. Ook ben ik in Israël geweest en enkele weken geleden nog in Egypte.
In deze gesprekken komen natuurlijk tal van politieke aspecten aan de orde. En ik vind dat we die dialoog maximaal moeten voeren. De NAVO is een unieke transatlantische organisatie die zowel de Europeanen als de Amerikanen en de Canadezen aan tafel heeft.”
Maar ondanks deze structurele contacten helpt de NAVO niet bij een politieke oplossing in het Israëlisch-Palestijns conflict. Waarom niet?
„De NAVO moet anderen niet dupliceren. De direct betrokken landen spreken al met de kwartetgroep (VS, Rusland, EU en VN, red.). Op dat punt hebben we dus niets toe te voegen.”
U zei eerder dat de NAVO iets kan doen als er een vredesakkoord is.
„Ja, maar dat is er nu niet. Voor zo’n optreden zijn drie voorwaarden: een vredesakkoord, een VN-mandaat en een direct verzoek aan de NAVO, met instemming van alle partijen en buurlanden. Zodra er bij de NAVO op de bel wordt gedrukt, volgt er aan de NAVO-tafel natuurlijk een serieus debat. Maar helaas zijn we daar nog ver van af.
Ik weet dat de Nederlandse minister Kamp van Defensie wel eens heeft gesproken over een mogelijke militaire rol voor de Europese Unie in dat gebied. Maar gezien het feit dat de NAVO de Amerikanen in de gelederen heeft, denk ik dat de NAVO toch meer voor de hand ligt.”
Een voormalig hoogste NAVO-commandant, Joseph Ralston, pleitte in de Financial Times voor een NAVO-vredesmacht in de ontruimde Gazastrook.
De Hoop Scheffer bekijkt het krantenknipsel en zegt resoluut: „Dat ben ik dus niet met generaal Ralston eens. Geen enkel land heeft dit op onze agenda geplaatst. Het is dus niet aan de orde.”
Kan Israël ooit lid worden van de NAVO?
„Ik weet dat die discussie in sommige academische kringen wordt gevoerd. Israël is een ambitieuze NAVO-partner. Ook elders in die regio zijn ambitieuze landen, zoals Egypte. Ik ben daar blij mee, omdat het belangrijk is daar, laten we zeggen, een zekere balans te houden.
Dus zijn de NAVO-relaties met Israël goed?
Ja, zelfs stevig en sterk. Maar ligt het voor de hand dat Israël lid wordt van de NAVO? Nee. Laten we daarom dat partnerschap verder uitbouwen en zien hoe we Israëls ambities zo goed mogelijk kunnen beantwoorden.”
Minister Kamp wil 1000 extra Nederlandse militairen onder de NAVO-vlag naar Afghanistan sturen. Minister Bot van Buitenlandse Zaken, uw partijgenoot, aarzelt.
„In de Nederlandse kranten lees ik dat er in het kabinet gedoe over is. Ik hoop dat dit snel is afgelopen, want ik vind het belangrijk dat Nederland bijdraagt. Nederland kan een belangrijke rol spelen in de uitbreiding van onze ISAF-operatie naar het zuiden van Afghanistan. We hebben daar nu 10.000 man en dat wordt in overleg met de regering-Karzai aanzienlijk opgevoerd.
Nederland heeft in Afghanistan een heel goede naam. Binnen de hele NAVO, trouwens. We hebben een goede krijgsmacht die goed werk doet en in hoog aanzien staat. Daarom is het belangrijk dat de ministers Bot en Kamp -en het liefst het hele kabinet- het eens worden. Want op eigen houtje kan de NAVO niet zorgen voor de verdere ontwikkeling van Afghanistan.” En dan glimlachend: „Als oud-parlementariër zeg ik natuurlijk dat het uiteindelijke besluit bij de Tweede Kamer ligt.”
Leeft deze missie in de lidstaten?
„Ja. Maar ik probeer het ook uit te leggen. Op werkbezoek bezoek ik altijd graag universiteiten of hogescholen. De jonge generatie groeit niet, zoals ik, op in de Koude Oorlog. Het is soms moeilijk uit te leggen waarom de NAVO met zo’n enorme troepenmacht in de Afghaanse bergen zit. Dat kost allemaal een hoop geld en wat moeten we daar nu?
Ik vertel dan dat we daar een land op de been helpen dat een van de meest moorddadige regimes had en waar vrouwen onder de Taliban geen enkel recht hadden. Omdat nog steeds mensen de democratisering daar om zeep willen helpen, is onze militaire aanwezigheid gepast. Daarnaast was het land een exporteur van terrorisme. Als we een herhaling van 11 september willen voorkomen, moeten we ons wel voor de middellange termijn aan zo’n land verbinden.”
Hoe lang is dat?
„Dat is lastig te zeggen, maar zeker de komende jaren. De NAVO probeert via training van het Afghaanse leger de zaak zo snel mogelijk over te dragen. President Karzai wil niet te lang van anderen afhankelijk zijn. Op ontwikkelingsgebied ligt dat lastiger. Je kunt zo’n land niet vragen in vijf jaar weer op eigen benen te staan.”
Kan er een moment komen dat, net als in Bosnië, de Amerikanen zich terugtrekken en dat de NAVO heel Afghanistan overneemt?
„Dat zou wel kunnen. Maar met dit verschil dat de Amerikanen geen deel uitmaken van de Europese operatie in Bosnië. Als de NAVO Afghanistan overneemt, zitten de VS daar natuurlijk per definitie wel bij.”
Maar in mindere mate.
„Dat klopt. Maar de Amerikanen zijn automatisch bij elke missie betrokken, omdat de NAVO ook de Verenigde Staten omvat. En we hebben de helikopters en vliegtuigen van de Amerikanen daar echt nodig.
De Europese Unie zelf is nog lang niet in staat tot zo’n ingewikkelde militaire operatie als in Afghanistan. De EU doet met Eufor prima werk in Bosnië. Maar zelfs Kosovo kan de Unie niet overnemen, waar de NAVO nog met 17.000 man zit. De schaal van zo’n complexe operatie in een ver land als in Afghanistan is simpelweg te groot voor de EU. Omdat ik evengoed Europeaan ben als atlanticus, ben ik wel voorstander van een Europese defensie.”
Concurreert de EU dan niet met de NAVO?
„Je kunt een bataljon mariniers natuurlijk niet tegelijkertijd beloven aan de EU en aan de NAVO. Het vereist dus goede afstemming.”
Komt het er niet op neer dat de EU het kruimelwerk mag doen?
„Nee. De EU-operatie in Bosnië is geen kruimelwerk, maar een buitengewoon serieuze operatie.”
Op 5 februari 2003 hield de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, in de VN-Veiligheidsraad zijn presentatie over massavernietigingswapens in Irak. Premier Balkenende zei toen dat hij die bewijzen „overtuigend” vond. U was minister van Buitenlandse Zaken. Wat vond u eigenlijk?
De Hoop Scheffer verstrakt: „Ik ga de Irak-discussie niet overdoen. Ik zit hier niet als oud-minister en behandel die vraag dus niet. Hoewel er in de aanloop naar de interventie grote verschillen waren, staan vandaag alle 26 NAVO-bondgenoten volledig achter onze training van het Iraakse leger. En ook mijn eigen positie wijzig ik achteraf niet. Het Nederlandse standpunt was niet primair gericht op de aanwezigheid van massavernietigingswapens, maar op het jarenlang negeren van VN-resoluties. Dat is alles wat ik erover zeg.”
Uw opvolger, minister Bot, heeft zich anders uitgedrukt.
„Ik heb dat in de kranten gevolgd. En behalve een debat in de Tweede Kamer heeft dat geen politiek relevant feit opgeleverd.”
Intussen zit het grote publiek met de vraag of die wapens er wel waren. Men verlangt naar politiek leiderschap om dat raadsel op te lossen. Powell heeft al gezegd dat zijn beweringen een „smet op zijn blazoen” zijn.
„U zou daarmee in mijn richting een punt hebben als de Nederlandse regering zich zou hebben gebaseerd op de aanwezigheid van massavernietigingswapens. Maar dat punt heeft u nu niet, want dat was nooit het hoofdargument. Dat die wapens niet zijn gevonden, is uiteraard relevant, maar niet voor mij. Verder zeg ik er niets over.”
Welke rol speelt uw christendemocratische overtuiging in uw werk?
„Ik blijf christendemocraat, maar ben geen christendemocratische secretaris-generaal. Ik sta boven de partijen en doe zaken met alle regeringen. Het bedrijven van partijpolitiek is daarbij natuurlijk uit den boze. Maar de persoon De Hoop Scheffer en zijn inspiratie veranderen natuurlijk niet.”
Het valt op dat u in uw teksten nogal eens spreekt over ”waarden”.
„Daar heeft u dus een van de antwoorden. Dat doe ik bewust.”
Waar moeten we dan concreet aan denken?
„Het gaat hier om kernvragen als: Kun je je eigen godsdienst bedrijven, kun je ontmoeten wie je wilt, kun je zijn wie je bent? De vrijheid van godsdienst en van onderwijs zijn voor u en mij vanzelfsprekend, omdat wij aan de goede kant van het IJzeren Gordijn zijn geboren. Voor miljoenen in Europa is dat echter niet zo. De belangrijkste les in deze twee jaar is dat deze waarden elke dag moeten worden bevochten. De NAVO heeft dat al die jaren gedaan. Vrijheid komt nooit vanzelf. Het verhaal van president Freiberga van Letland raakt mij zeer. Ik krijg kippenvel als ik lees over de deportaties in de Baltische staten. Toen wij hier vorig jaar april de vlaggen van de nieuwe lidstaten hesen, vloeiden bij vertegenwoordigers de tranen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik die emotie altijd had onderschat.”
Welke betekenis heeft het hier dat u Nederlander bent?
„Dat is lastig te zeggen. In deze organisatie van 26 lidstaten kan ik geen Nederlandse agenda propageren. Maar bij wie ik ook kom -of het nu Poetin, Bush of Chirac is- men vraagt mij steevast: „Wat is dat nou in Nederland? Eerst Fortuyn, toen Van Gogh en nu weer dat nee tegen de Europese grondwet?” Ik geef dan mijn persoonlijke opinie, want de NAVO heeft daar geen mening over. Verder heeft mijn Nederlanderschap hier weinig toegevoegde waarde. Wel volg ik de Nederlandse media. Maar tenzij het gaat om een NAVO-kwestie zal ik me nooit mengen in het binnenlandse politieke debat. Hoewel ik soms het puntje van mijn tong afbijt.”