Overlevenden brand niet meteen uitgezet
DEN HAAG - Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken) zal ongeveer vijftig overlevenden van de Schipholbrand voorlopig nog niet uitzetten.
Dat zei de bewindsvrouw vrijdag na afloop van het wekelijkse kabinetsberaad. De minister willigt daarmee een verzoek in van voorzitter Pieter van Vollenhoven van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Hij denkt de overlevenden nog nodig te hebben als getuigen voor het onderzoek van zijn organisatie naar de brand.Verdonk zei donderdag tijdens een spoeddebat in de Tweede Kamer nog dat de ongeveer 250 overlevenden, van wie de vijftig deel uitmaken, in principe konden worden uitgezet.
De minister maakte vrijdag ook bekend dat ze aangifte heeft gedaan bij de politie wegens smaad tegen actievoerders die afgelopen zaterdag in Amsterdam spandoeken met leuzen gericht aan Verdonk aan de gevels van kraakpanden hadden opgehangen. De politie heeft de vier spandoeken met leuzen als ”Rita Verdonk Moordenaar” en ”Elf levend verbrand, Rita bedankt” van de muren gehaald.
Verdonk is, samen met haar collega Donner van Justitie, de achterliggende weken meerdere malen naar de Kamer geroepen om zich te verantwoorden voor de gang van zaken. Daarbij kwam herhaaldelijk de vermeende slechte behandeling van de overlevenden ter sprake, die soms opgesloten zouden zijn in isoleercellen. Volgens Donner zijn de overlevende gevangenen echter prima behandeld.
ChristenUnie-Kamerlid Huizinga wil Donner en Verdonk echter toch weer om opheldering vragen over de behandeling van de overlevenden. Volgens haar is een van hen, de Nigeriaan Oye Adepeju, na zijn overplaatsing naar een detentiecentrum in Zeist wel degelijk in een isoleercel terechtgekomen. Huizinga bezocht de man vrijdag in Zeist.