„We zullen ze uitelkaar moeten halen, want sommige zijn wel 1 tot 1,5 meter hoog. Het is een spannend karwei. Ze zijn van gips en daardoor heel breekbaar”, zegt Karien Beijer die het verhuisproject coördineert. De maquettes verhuizen naar het maquettedepot van het Nai in de Van Nelle Ontwerpfabriek, waar ze zullen worden gerestaureerd.In 1913 werd een prijsvraag uitgeschreven voor het nieuw te bouwen Rotterdamse raadhuis. De uiteindelijke opdracht ging naar architect Henri Evers. Behalve zijn maquettes zijn ook vier van de niet–winnende ontwerpen bewaard gebleven.

Volgens Beijer zijn de maquettes die op de zolder staan in meerdere opzichten van belang voor de architectuurhistorie, niet alleen voor Rotterdam, maar ook landelijk. „Het was heel bijzonder voor die tijd dat er een prijsvraag werd uitgeschreven voor een dergelijk gebouw. Bovendien is het een van de meest karakteristieke voorbeelden van de op de Franse Beaux–Arts gebaseerde bouwkunst in Nederland”, aldus Beijer.

Medewerkers van het NAi zullen de fragiele maquettes uit elkaar halen op de manier waarop ze ooit inelkaar zijn gezet. De onderdelen zullen op hun beurt in kleinere stukken worden verdeeld. „We zullen ze dan met karretjes of liften van de zolder moeten halen. Hiervoor zullen we deuren uit de posten moeten verwijderen. Via de zolderramen naar buiten takelen is niet mogelijk, die zijn te klein”, legt Beijer uit.

Publiek dat de maquettes op hun oorspronkelijk plek wil bekijken, kan 22 en 23 november terecht. De zolder van het stadhuis zal dan voor het eerst geopend zijn voor bezoekers. Het is de bedoeling het verloop van de restauratie te tonen via de website van het NAi. Op 21 januari zijn de maquettes op hun nieuwe plek in het NAi–depot te zien.