Arafat blijft Palestijnse inspiratiebron
JERUZALEM - De Palestijnen missen hem nog steeds. Vrijdag is het een jaar geleden dat Yasser Arafat na een geheimzinnige ziekte in een Parijs’ ziekenhuis overleed.
In oktober 2004 werd Abu Ammar, zoals de Palestijnen hem vaak noemen, niet goed. Toen er geen verbetering in zijn situatie optrad, werd hij via Jordanië naar Frankrijk gevlogen. In het militair ziekenhuis Percy mocht medische behandeling niet meer baten. Twee weken later overleed hij.Zijn doodsoorzaak is niet vastgesteld. Het kan zijn dat hij aan een vergiftiging, een infectie of aan aids overleed. Voor alle drie de verklaringen bestaan voor- en tegenargumenten. Zijn lichaam werd teruggebracht naar Ramallah, waar een van de meest tumultueuze begrafenissen in de moderne geschiedenis plaatsvond.
„Abu Ammar blijft het symbool van de Palestijnse zaak en van onze strijd voor vrijheid”, zo citeerde de website Middle East Online Nabil Abu Rudeina, die nauw samenwerkte met Arafat en vandaag de dag de officiële woordvoerder van president Abbas is.
Palestijnse functionarissen wonen vrijdag een herdenking bij het graf van Arafat op het terrein van het hoofdkwartier van de Palestijnse Autoriteit in Ramallah bij. De bedoeling is dat Arafat ook een mausoleum met museum en moskee krijgt, die, ondanks dat veel Palestijnen arm zijn, honderdduizenden dollars gaat kosten. In het afgelopen jaar hebben velen het graf bezocht.
Volgens een onderzoek van het Palestijnse Centrum voor Publieke Opinie, dat door het internationale perscentrum in Ramallah werd gepubliceerd, heeft Arafat bij 79,8 procent van de Palestijnen nog steeds „een grote plaats in het hart.” 73,5 procent zegt de vroegere leider nog steeds te missen. Evenwel, ook de opvolger van Arafat doet het niet slecht: 72,1 procent zegt Abbas te steunen, terwijl 24,1 procent tegen hem is. Het onderzoek werd de afgelopen dagen gehouden onder 825 personen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem. De mening van de Palestijnen in de Gazastrook is dus niet onder de loep genomen.
Israël haalde opgelucht adem toen Abbas in januari de Palestijnse verkiezingen won. Abbas zei herhaaldelijk dat hij het conflict met Israël niet door geweld maar aan de onderhandelingstafel op wilde lossen. De Israëlische premier Ariel Sharon bleef echter bij zijn eis dat de Palestijnse Autoriteit orde op zaken moest stellen voordat Israël het vredesproces zou hervatten. Abbas moest van Sharon hervormingen doorvoeren in het politieke en het militaire stelsel en een einde maken aan de activiteiten van de terreurorganisaties.
Een jaar later zijn Israëlische politici van mening dat Abbas het goed bedoelt, maar te weinig doet. Ze zijn het niet eens met zijn methoden. Ze zouden graag zien dat hij Palestijnse gewapende groepen als de Hamas, de Islamitische Jihad en de Al-Aqsa Martelaren Brigades harder aanpakt. Maar Abbas hoopt deze groepen over te halen deel te nemen aan het politieke proces.
Abbas heeft wel dezelfde eisen als zijn voorganger. Hij wil dat de Arabische wijken in Oost-Jeruzalem onder Palestijnse controle komen, dat de Palestijnse vluchtelingen het recht krijgen van terugkeer en dat Israël zich terugtrekt uit de Westelijke Jordaanoever.
Palestijnen storen zich aan de anarchie in de Gazastrook en in de autonome gebieden op de Westelijke Jordaanoever. „De Palestijnse Autoriteit is niet aanwezig in Gaza”, zei de Palestijnse parlementariër Nabil Amr van Fatach onlangs. Zijn collega Ghassan Shakaa viel hem bij: „De veiligheidssituatie verkeert in een zeer slechte toestand. Ons nationaal project is in gevaar.”
Palestijnen verwijten Israël dat het de positie van Abbas heeft ondermijnd. Abbas heeft niet die verbetering gebracht waarop ze hoopten. Een belangrijke bron van irritatie is het gebrek aan bewegingsvrijheid. Oponthoud bij de grens tussen de Gazastrook en Israël en bij de militaire wegversperringen van het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever belemmeren de voortgang van het dagelijks leven en de bloei van de Palestijnse economie. Israël legt de blokkades op om de kans op aanslagen te verminderen.