Driekwart veroordeelden voltooit werkstraf
UTRECHT (ANP) - Driekwart van de volwassenen die een werkstraf moeten uitvoeren, rondt die straf succesvol af. Ongeveer 12 procent komt nooit opdagen en nog eens 12 procent begint wel met de alternatieve straf, maar maakt hem niet af.
Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd rapport van het Verwey-Jonker Instituut in opdracht van het ministerie van Justitie.Uit het onderzoek blijkt dat het hebben van een baan de belangrijkste succesfactor is voor het slagen van de werkstraf. Drugsverslaving en een eerder opgelegde straf zijn de belangrijkste faalfactoren. De groep die het succesvolst is, bestaat uit mensen met weinig of geen eerdere justitiecontacten en veel maatschappelijke verantwoordelijkheden zoals een vaste baan, een opleiding of kinderen.
Mensen die wegens diefstal een werkstraf verrichten, maken die het minst vaak af. Dronken rijders ronden de straf het meest af.
Verder constateren de onderzoekers dat een snelle uitvoering van de werkstraf de kans vergroot dat de veroordeelde de maatregel afrondt. Door verschillen in de procedures kunnen mensen sneller aan het uitvoeren van hun straf beginnen als ze die als transactie krijgen aangeboden door de officier van justitie dan wanneer de rechter de straf oplegt. Van de mensen die een werkstraf krijgen van de officier van justitie maakt 80 procent de straf af, tegen 65 procent van de door de rechter veroordeelden.
De onderzoekers wijzen in het rapport op een aantal knelpunten. Zo blijkt het een groot probleem dat de aard van de straf soms niet aansluit bij de persoon, waardoor de straf niet wordt afgemaakt. Het Verwey-Jonker Instituut stelt de Tweede Kamer en de minister van Justitie voor meer variatie aan te brengen in de werkstraffen, vooral in de mate van toezicht en begeleiding.
Verder zou duidelijker moeten worden geregistreerd bij wie de straf mislukt en wat er dan met die persoon moet gebeuren. Volgens het instituut moet het Centraal Justitieel Incasso Bureau een sanctievolgsysteem ontwikkelen.
Het ministerie van Justitie heeft volgens een woordvoerder nog geen reactie op het rapport.