Opinie

Hbo-studie theologie zal groeien

Theologische opleidingen zullen de krachten (moeten) bundelen en de hbo-opleiding theologie zal een flinke groei doormaken. Dat stelde prof. dr. A. van de Beek woensdagavond in de derde van vier Bavinck-lezingen, mede georganiseerd door het Nederlands Dagblad. Een samenvatting van het laatste deel van de lezing.

10 November 2005 13:18Gewijzigd op 14 November 2020 03:09
„De kerken zullen steeds meer hbo’ers gaan inschakelen. Er is veel belangstelling voor het werken in de kerk, maar dan zonder de last van een zware academische studie.” Foto RD, Henk Visscher
„De kerken zullen steeds meer hbo’ers gaan inschakelen. Er is veel belangstelling voor het werken in de kerk, maar dan zonder de last van een zware academische studie.” Foto RD, Henk Visscher

Hoe stel ik mij de toekomst van de theologie in Nederland voor? De openbare faculteiten zullen kiezen voor een nieuw type godsdienstwetenschap, waarbij niet de klassieke godsdienstfilosofie met haar positieve of negatieve oriëntatie op de metafysica de agenda bepaalt, maar de menswetenschappelijke benadering van religieuze expressies. Deze zal plaatsvinden in het kader van faculteiten geesteswetenschappen, met een nauwe relatie naar de sociale wetenschappen. De UvA en Utrecht hebben deze keuze al gemaakt, net als Nijmegen. Groningen en Leiden zullen ook kleur moeten bekennen.Het kritisch realisme, dat in Amerika nog een brug kan slaan tussen klassieke theologie en moderniteit, is te vreemd aan de continentaal Europese cultuur dan dat Leiden via die uitweg op de veranderingen zou kunnen antwoorden. Bij gebrek aan belangstellende studenten zal men een andere keuze moeten maken.

Protestantse universiteit
Daarnaast zullen er instellingen zijn die het als hun missie zien dat mensen zich wetenschappelijk willen bezinnen op de eigen geloofstraditie. Dat kan in een monodenominationele setting, zoals de kerkelijke instellingen dat doen.

Gezien de studententallen zullen de kerkgenootschappen zich in de toekomst niet meer dan één instelling kunnen veroorloven. De Rooms-Katholieke Kerk heeft daarin al maatregelen genomen en streeft naar één theologische faculteit met klassieke theologiebeoefening. Nijmegen heeft bewust de andere weg gekozen.

De Protestantse Kerk in Nederland bereidt zich voor op eenzelfde operatie. Er zal straks voor niet meer dan één Protestantse Theologische Universiteit ruimte zijn, die in een volstrekt andere verhouding staat tot de openbare universiteiten dan onder het regiem van de duplex ordo, die bestond bij de gratie van het metafysicadebat.

Openbare faculteit en kerkelijke instelling hebben straks niets meer met elkaar. Voor de faculteit is de kerk een van de vele religieuze fenomenen en voor de kerkelijke theologie biedt de faculteit slechts marginaal reflectie op de vragen die voor haar van belang zijn. Moslims en andere godsdiensten zullen hun eigen instellingen verder ontwikkelen, ook op academisch niveau. Deze zullen in studentental die van de christelijke instellingen waarschijnlijk snel overvleugelen.

Daarnaast is er de Vrije Universiteit, die het gespreks- en onderzoeksplatform is voor een breed scala van denominaties en godsdiensten. Het zal van de ruimte die deze ervaren om zichzelf te zijn, afhangen of zij voor dit model blijven kiezen. Het zal van de wetenschappelijke kwaliteit van dit palet afhangen of de universiteit met een steeds krappere bekostiging dit wil continueren. Voor de bewaking van die wetenschappelijke kwaliteit is internationale samenwerking en afstemming nodig.

Voor de monodenominationele instellingen zal het van hun omvang afhangen in welke mate zij onafhankelijk kunnen opereren. Er is veel aan gelegen de eigen identiteit te bewaren. Dat betekent in elk geval een bestuurlijke onafhankelijkheid.

Zij kunnen zich ook aan elkaar verbinden om zo samen een groter theologisch centrum te vormen en zij kunnen meedoen in het palet van de Vrije Universiteit, met behoud van hun eigen zelfstandigheid maar in nauwe relatie voor onderzoek en onderwijs. Ook voor de VU is dat gewenst, omdat het hedendaagse onderwijs een grote inzet van menskracht betekent, waarin een te smalle instelling moeilijk volledig kan voorzien.

Niet academisch
Daarnaast zal de theologiebeoefening aan het hbo eerder in kracht winnen dan afnemen. Dat geldt niet zozeer voor religiestudies. Die zullen in het hbo altijd beperkt van omvang zijn, omdat het hbo direct voor de arbeidsmarkt opleidt. De afgestudeerden zullen dus een plek moeten hebben in de maatschappij en dan is een opleiding met interesse voor religie wel interessant, maar het aantal mensen dat daarin werkzaam kan zijn, is beperkt.

Anders is dat voor mensen die zich voorbereiden op werk in kerken of moskeeën. De kerken zullen steeds meer hbo’ers gaan inschakelen. Dat is niet zozeer uit kostenoverwegingen. Ook hbo’ers kan men niet voor een hongerloon laten werken. Het heeft veel meer te maken met motivatie van mensen. Het wordt steeds moeilijker om mensen met een duidelijk wetenschappelijke interesse te interesseren voor de theologie. Wel is er veel belangstelling voor het werken in de kerk, maar dan zonder de last van een zware academische studie.

De protestantse kerken zullen in toenemende mate met hetzelfde probleem te maken krijgen als de Rooms-Katholieke Kerk: gebrek aan academisch opgeleide ambtsdragers. Het celibaat mag dat in Rome versterken, maar dat is niet het eigenlijke punt. Het is eerder een symptoom dat men niet bereid is om de zware lasten die het ambt met zich meebrengt te dragen. Dat geldt voor protestanten net zo goed. Er zijn genoeg jonge mensen die met enthousiasme willen werken in de kerk, maar die de last van de verantwoordelijkheid van het ambt met de bijbehorende studie die nodig is om dat in de huidige complexe maatschappij te dragen niet aankunnen. Daarom is er ook onder predikanten de neiging steeds functioneler over het ambt te gaan denken.

Daarmee wordt de kerk steeds functioneler en steeds minder theologisch gevoed. En daarmee wordt het ambt van predikant steeds minder een optie voor jonge mensen die zoeken naar een uitdaging waarin ze hun denkkracht en energie in kunnen inzetten. Dat zal dan ook een van de belangrijkste uitdagingen zijn van de kerkelijke theologie voor de nabije toekomst: laten zien dat het de moeite waard is om deze studie te beginnen.

VU veelkleurig
Wat ik in concreto voor me zie, is een groot hbo, met gemotiveerde mensen om in de kerk of moskee te werken, een aantal kerkelijke of islamitische instellingen op wo-niveau die afhankelijk van hun omvang meer of minder zelfstandig kunnen opereren, de veelkleurige faculteit van de VU, die alleen kan bestaan bij de gratie van deze veelkleurigheid, en enkele departementen van religiestudie in faculteiten geesteswetenschappen, waarvan de relatieve zelfstandigheid ook afhangt van hun omvang en inbreng in het geheel.

De theologie ziet er in 2010 volstrekt anders uit dan in 1995. Wat zich in de laatste vijf jaren voltrokken heeft, overtreft zelfs wat zich voltrokken heeft in de vijf jaren van 1876 tot 1880. Toen was het allemaal nog ingebed in het corpus christianum. Nu maken we de structurering van het hoger onderwijs op het gebied van godsdienst mee die past in een multireligieuze en multiculturele samenleving.

Wordt vervolgd!

De auteur is decaan van de faculteit theologie van de Vrije Universiteit in Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer