Aan de andere kant moet een wethouder volgens Van der Tak ook oppassen met bepaalde uitspraken. „Je kunt er niet-westerse Rotterdammers die wel degelijk willen integreren een klap mee op hun hoofd geven.”De voormalige Rotterdamse CDA-wethouder reageert daarmee op de ophef die ontstond rond de uitspraken van de gewezen wethouder Pastors en die bovendien bijna leidde tot de val van het college.

Hoe kijkt u aan tegen de turbulente dagen die het Rotterdamse college doormaakte?
„Ik ben zeer terughoudend in het geven van mijn visie daarop. Ik ken de details van het conflict niet, waardoor ik mogelijk net wat anders tegen bepaalde zaken zou aankijken dan nu. Wel wil ik zeggen dat ik het jammer vind dat zo kort voor de verkiezingen een crisis binnen het Rotterdamse gemeentebestuur uitbrak. Dit college had juist een enorme drive.”

Waaruit blijkt dat?
„Het gemeentebestuur heeft een enorme slag gemaakt voor een veilig Rotterdam. Mijn opvolger, wethouder Geluk, is dagelijks op een geweldige manier bezig om het onderwijs in Rotterdam gestalte te geven. Pastors heeft met zijn woningbouwprogramma’s en wijkvernieuwing een huzarenstukje geleverd. Allemaal geweldige zaken die door de huidige crisis overschaduwd dreigen te worden.”

Volgens Van der Tak was het beter geweest als het gemeentebestuur in deze periode duidelijk aan de burger had laten zien wat er in de afgelopen vier jaar allemaal is bereikt. „Dat was ook de afspraak die we bij het begin van de regeerperiode met elkaar hadden gemaakt.”

Het CDA lijkt in een weinig benijdenswaardige positie te zitten.
„De partij heeft het op het moment inderdaad lastig. Bij de fractie leeft het gevoel dat ze integer en geloofwaardig heeft gehandeld. Dat moet wethouder Geluk ook onmiddellijk duidelijk maken. Hij is er strijdbaar genoeg voor. Ik vind Geluk de juiste man op de juiste plaats. De CDA’ers in Rotterdam blijven mijn maatjes. Wat de Rotterdamse kiezer er zelf allemaal van vindt, zal straks vanzelf blijken bij de verkiezingen.”