Let op drijfveren emancipatiebeweging
Jonge vrouwen die zich geheel wijden aan de zorgtaak worden in de samenleving niet meer serieus genomen, schrijft Meindert Leerling. Hij bepleit aandacht voor de motieven achter de emancipatiebeweging.
Het interview met ds. A. A. Egas uit Urk over de gehuwde vrouw met een betaalde baan buitenshuis (RD, 5 november) heb ik met veel instemming gelezen. Overigens meen ik dat juist in Urk het percentage gehuwde vrouwen met een betaalde baan hoger ligt dan elders, tenzij dat door de minder florissante situatie in de visserijsector de laatste tijd wat is afgenomen.Terecht merkt ds. Egas op dat het om een principiële kwestie gaat. Hebben we oog voor de drijfveren van de emancipatiebeweging? De (jonge) gehuwde vrouw die zich geheel wijdt aan de zorgtaak in het gezin wordt in onze samenleving haast niet meer serieus genomen en voor achterlijk versleten. Toch vervult zij een zware dagtaak: directeur van de BV Gezin! Daar heeft ze echter voor gekozen toen ze een huwelijk sloot. Je kunt in het geval er kinderen worden geboren niet op twee fronten een dagtaak vervullen. Hulde aan de jonge vrouwen die de kritiek en de druk om ook een betaalde baan te zoeken weerstaan.
Het is een zaak van man en vrouw in een huwelijk om in onderling overleg de taken in het gezin te regelen. Daar heeft de overheid zich niet mee te bemoeien. En dus hoeft de overheid geen emancipatiebeleid te voeren. Weggegooid geld.
Op allerlei manieren wordt echter enerzijds de gehuwde vrouw met kinderen aangezet om naast haar man betaald werk buitenshuis te doen en daarmee een eigen inkomen te verwerven. En anderzijds worden mannen haast gedwongen taken van de vrouw over te nemen door huishoudelijk werk te doen en typische vrouwentaken uit te voeren. Dat is een omwenteling in onze cultuur. En dat is wat emancipatiefanaten willen: het verschil tussen man en vrouw zo veel mogelijk uitbannen en vooral voorkomen dat de gehuwde vrouw in financieel opzicht afhankelijk is en blijft van haar man, de kostwinner.
Het komt erop neer dat in het emancipatiestreven wordt uitgegaan van het conflictmodel: man en vrouw staan als twee machtspartijen tegenover elkaar. Eeuwenlang heeft de man de dienst uitgemaakt, zo redeneert men, en het wordt tijd dat de bakens worden verzet en als het even kan nu eens de vrouwen het voor het zeggen krijgen.
De Bijbel gaat daarentegen uit van het harmoniemodel, waarin man en vrouw elkaar aanvullen en samen een eenheid vormen, waarbij ieder van hen eigen taken en verantwoordelijkheden heeft. De beleidsmakers en dus ook onze regering zeggen geen boodschap te hebben aan wat de Bijbel leert over de plaats van man en vrouw. Men beschouwt man en vrouw niet alleen gelijkwaardig, maar ook gelijk. Uitwisselbare grootheden. Men erkent niet de waarde van het door God ingestelde huwelijk. Men vindt dat de gehuwde vrouw financieel onafhankelijk moet zijn van haar man. Men vindt dat de overheid direct of indirect moet zorgen voor goede kinderopvang, zelfs voor en na schooltijd, zodat de opvoeding van kinderen haast een publieke zaak wordt. Een dergelijk beleid vergroot niet alleen onnodig de werkloosheid en voert niet alleen de cijfers van de WAO sterk op, maar haalt de gezonde grondslagen onder onze samenleving weg.
Helaas schijnen velen zich dat niet te (willen) realiseren. Maar laten we ook hier de Bijbelse oproep navolgen door te beproeven, te onderzoeken of „de geesten uit God zijn” (1 Johannes 4:1).
De auteur is oud-voorzitter van de RPF-fractie in de Tweede Kamer.