Rechtgeaarde moeder kiest voor gezin
Moeders mogen hun unieke positie niet laten ondersneeuwen door buitenshuis een baan te zoeken, zei ds. A. A. Egas zaterdag in een vraaggesprek met deze krant. Esther Karels-Boonzaaijer wil deze stelling nuanceren en vindt het onderscheid tussen buitenshuis en binnenshuis discutabel.
In de krant van zaterdag 5 november zegt ds. A. A. Egas behartigenswaardige zaken over het buitenshuis werken van moeders. Graag wil ik vanuit het perspectief van een moeder met een deeltijdbaan een bijdrage leveren aan deze discussie door enkele kanttekeningen te plaatsen bij het interview.Het is goed dat ds. Egas oproept tot bezinning. Zomaar meegaan met de stroom van onze tijd is natuurlijk af te keuren. Bij alle belangrijke beslissingen moeten we ons afvragen: „Heere, wat wilt Gij dat wij doen zullen?”
Ds. Egas laat echter weinig ruimte voor moeders die werken, maar de beslissing daartoe weloverwogen hebben genomen. Voor moeders die zich ook door Gods Woord willen laten leiden en het beste voor hun gezin zoeken. De tegenstelling die hij opwerpt tussen moeders die kiezen voor het gezin en moeders die kiezen voor werk, lijkt me onjuist. Iedere rechtgeaarde moeder zal kiezen voor het gezin en haar man en kinderen niet tekort willen doen. Daarom ben ik het met ds. Egas eens dat je je voortdurend moet afvragen of de druk op het gezin niet te groot wordt. Je kunt niet zo gehecht zijn aan je werk dat je er geen afstand van wilt doen. Als er in jouw gezin geen mogelijkheden zijn om te werken, moet je dat niet gaan forceren.
Geen scheidslijn
Voor veel moeders die een (beperkte) deeltijdbaan hebben is een uitspraak zoals: „Je kunt geen twee heren dienen, je gezin en je baan” bizar. Het gezin is gelukkig niet een ”heer” die ik geacht word te dienen, en je baan al evenmin. Wel kun je als vrouw dienend bezig zijn - in het gezin of op andere plaatsen.
Het verbaast mij dat in dit interview niet gerefereerd wordt aan Spreuken 31. Er is geen ander hoofdstuk waar zo duidelijk wordt beschreven welke de taken van een deugdelijke huisvrouw zijn - ze krijgt een akker, plant een wijngaard, drijft handel (publieke activiteit). De ijver van deze vrouw is tot onze beschaming. Wat komt dáár nu nog van terecht in onze tijd? Zijn wij niet verwend met al onze gemakken en hebben we daardoor niet veel meer tijd gekregen?
Hier wil ik een beeld dat ds. Egas naar voren brengt bijstellen. Alsof vrouwen die niet buitenshuis werken zich inzetten voor hun naasten en allerlei vrijwilligerswerk doen en vrouwen die buitenshuis werken daar geen tijd voor over hebben. Er zijn genoeg andere voorbeelden op te sommen. Ook hier is geen scheidslijn tussen vrouwen met of zonder baan. Ik zou een pleidooi willen voeren om elkaar te respecteren. Laat iedere vrouw een keuze maken die ze voor God en mensen kan verantwoorden.
Ds. Egas beklemtoont dat een man is geschapen om kostwinner te zijn. Waar staat dat in de Bijbel? Is een vader die 80 procent werkt geen kostwinner meer? Waren vrouwen die vroeger in winkel of op de boerderij werkten niet medekostwinners? Jazeker wel, ze waren onmisbaar. Ze gingen voor het gezin én voor de zaak of het boerenbedrijf. Bovendien, moet moeder er op elk moment voor het kind zijn? Is een kind de dupe als moeder ’s avonds de was strijkt? Nee toch zeker?
Man als hoofd
In discussies over de positie van de vrouw is er vaak spraakverwarring over het feit dat de man het hoofd van de vrouw is. Een onomstotelijk Bijbels gegeven. Maar staat dat op de tocht als moeder een dag buitenshuis werkt? Erken je de man dan niet meer als hoofd?
De scheppingsordening is zegenrijk, de vloek na de zondeval niet. En die vloek zie je ook doorwerken als vader naast een drukke baan in allerlei besturen zit en moeder er in het gezin alleen voor staat. Laten we ook dan de vinger bij de zere plek leggen, en een vloek niet tot zegen verheffen.
Nog een punt wil ik aanroeren: het onderscheid dat wordt gemaakt tussen buitenshuis en binnenshuis werken. Het is mijns inziens onjuist om dáár een principiële grens te trekken. Leuk als je man een bedrijf heeft waar je je overtollige energie in kunt laten afvloeien, maar als je man dat toevallig niet heeft? Mag je wel een zaakje bij huis beginnen, maar niet een paar straten verderop in een winkel werken?
Laat ook de generatie voor ons eerlijk zijn: zij hebben ook stappen in het emancipatieproces gezet. En laten we elkaar wijzen op zaken die evident on-Bijbels en zondig zijn én op een verkeerd gebruik van zaken die niet direct on-Bijbels of slecht zijn.
En in alles de nuances en de praktijk in de gaten houden.
De auteur is moeder van drie kinderen en parttime docente Frans.