Lijfwacht: Arafat was bang voor aanslag
GAZA (AP) - De overleden Palestijnse leider Arafat wees in 2000 een overeenkomst met Israël over de verdeling van Jeruzalem onder meer af uit angst dat Palestijnen een moordaanslag op zijn leven zouden beramen.
Dat beweert Arafats voormalige lijfwacht Mohammed al-Daya in zijn eerste interview met een buitenlandse journalist sinds de dood van Yasser Arafat op 11 november vorig jaar.De lijfwacht zei tegen persbureau Associated Press dat hij gelooft dat Arafat is vermoord, maar leverde hiervoor geen bewijs en wees ook geen schuldigen aan. Al-Daya was vijftien jaar lang Arafats bodyguard. In 2003 raakte hij gewond bij een schietpartij en stopte hij met z’n baan.
Volgens Al-Daya is Arafat niet vergiftigd, zoals sommigen denken. Gewoonlijk deelde Arafat zijn voedsel met anderen, aldus Al-Daya. Desondanks is een grondiger onderzoek naar zijn doodsoorzaak noodzakelijk. Door te onderzoeken wie er achter zijn dood zat en waarom, kan men Arafat de eer bewijzen die hem toekomt, aldus Al-Daya. Twee Palestijnse commissies onderzoeken de dood van Arafat.
Zittend in zijn kleine appartement in Gaza-stad, onder een foto van Arafat en hijzelf, vertelde Al-Daya hoe Arafats afwijzing in 2000 van het vredesverdrag over Jeruzalem in zijn werk ging. Tijdens een topontmoeting in Camp David in de Verenigde Staten verzette Arafat zich tegen het voorstel dat op tafel lag, omdat hij er niets in zag de soevereiniteit over Jeruzalem te moeten delen, aldus Al-Daya.
Op een avond sprak Arafat met de toenmalige president Clinton, die het topoverleg voorzat. Verder waren alleen Al-Daya en een tolk aanwezig. Clinton probeerde Arafat over te halen in te stemmen met het voorstel. Arafat schreeuwde volgens Al-Daya: „Niemand kan me dwingen!” De overeenkomst kwam volgens Arafat neer op een open uitnodiging voor zijn begrafenis, omdat de Palestijnen er zo kwaad over zouden zijn dat ze hem zouden vermoorden, aldus Al-Daya.
Arafat en zijn lijfwacht keerden na het vertrek van Clinton terug naar hun vertrekken. De telefoon, die dagen had gezwegen, begon volgens Al-Daya te rinkelen en allerlei wereldleiders, onder wie Arabische, belden om Arafat over te halen de overeenkomst te accepteren. Hij antwoordde volgens Al-Daya kort en krachtig: „Geen kans.” Onder meer de Egyptische president Hosni Mubarak en de kroonprins van Saudi-Arabië, tegenwoordig koning Abdullah, probeerden volgens Al-Daya Arafat over te halen.