Esther als bron voor mensgerichte peptalk
Titel: ”Hadassa. Hoe Ester haar volk redde van de ondergang”
Auteur: Tommy Tenney; vert. J. de Greef
Uitgeverij: Mozaïek, Zoetermeer, 2005
ISBN 90 239 9141 9
Pagina’s: 365
Prijs: € 18,90.
Als je een roman over de Bijbelse figuur Esther wilt schrijven, moet je lef hebben. Er zijn in het verleden al zeker zes boeken over haar verschenen. Bovendien komt de roman ”Hadassa. Hoe Ester haar volk redde van de ondergang” tegelijkertijd uit met een ander boek over Esther, van Ginie Andrews (Jongbloed). Zelfs beide titels tonen veel overeenkomst. Of het christelijke lezerspubliek met deze hoeveelheid gediend is? Schrijver Tommy Tenney is voorganger en evangelist in Los Angeles. Regelmatig is hij te horen op internationale christelijke conferenties. Zelf zegt hij dit boek geschreven te hebben als gevolg van een poging om zijn eigen vrouw, de koningin van zijn leven, meer te begrijpen. Tijdens die zoektocht stuitte hij op de geschiedenis van Esther. Hij besefte dat Esther door zich voor te bereiden op haar taak in staat was de machtigste man van het rijk te beïnvloeden.
Met zijn roman heeft hij dan ook absoluut geen literair doel voor ogen. Tijdens een lezing op Eurospirit 2005 gebruikte hij zijn boek om de luisteraars de volgende uitspraken toe te voegen: „God begint te zoeken naar een perfecte vijand voor jou persoonlijk!” of: „God meet je vijand af aan je bestemming” of: „De omvang van je vijand vertelt je hoe groot je overwinning zal zijn. Geweldige promotie!” Het Bijbelse verhaal wordt zo de bron van religieuze, mensgerichte peptalk.
Memoires
Eigenlijk heeft Tenney het hele boek Esther gebruikt voor zijn eigen verhaal. Dat verhaal komt in het kort hierop neer: In het Israëlmuseum in Jeruzalem ligt in een kluis een brief die alleen gelezen wordt door naamgenoten en afstammelingen van koningin Ester (zoals haar naam in het boek wordt gespeld) van Perzië. Een soort manuscriptfictie dus. Die brief bevat Esters memoires en een aanmoediging aan haar lezers om iets bijzonders te maken van hun huwelijk met hun toekomstige echtgenoot. Ze spoort hen aan om alles aan de geliefde te geven zodat één nacht alles zal kunnen veranderen.
Door middel van flashbacks komt de lezer meer van het achterliggende verhaal te weten: Koning Saul krijgt de opdracht de Amalekieten te doden, maar spaart het leven van Agag, hun koning. Die heeft die nacht nog gemeenschap met een vrouw, wat aan Saul de opmerking ontlokt: „Ach nou ja, een onbeduidend verzetje voor een veroordeeld man…”
Dit onbeduidende verzetje zorgt echter voor hele volksstammen Amalekieten, waarvan Haman deel uitmaakt. De haat is hun met de paplepel ingegeven en later worden in Babylon Esters ouders vermoord door Hamans bende. Ester trekt in bij Mordechaï. Na de verstoting van koningin Wasti wordt Ester geplaatst in de harem van de koning om de wedloop aan te gaan de geliefde van de koning te worden.
Vooral dankzij de adviezen van de kamerheer slaagt zij erin de koning voor zich in te winnen. De koning legt zijn innerlijk bloot voor haar; een gesprek van hart tot hart volgt. Seksuele intimiteit blijft tijdens de eerste nacht uit. Omdat de koning haar verkiest als koningin is zij in staat het Joodse volk te redden van de ondergang. Haman en zijn volgelingen delven het onderspit.
Ongebreidelde fantasie
Ik heb me vaak gestoord aan deze roman. De schrijver heeft het Bijbelverhaal voor een groot deel in zijn eigen kader geplaatst. De omgang van koning Xerxes met Hadassa is irreëel. De behandeling die Hadassa ten deel valt is gekleurd door een ahistorische westerse visie. Ik stoor me ook aan de simpele verklaring van Hamans afkomst. Die laatste-nachtervaring van koning Agag wekt bij mij weerstand.
Ook de manier waarop Samuëls houding ten opzichte van koning Saul getekend wordt is on-Bijbels. „Vanaf het moment dat hij als koning aangesteld werd, was Saul ervan overtuigd geraakt dat de oude profeet vanbinnen brandde van de jaloezie en haat. (…) Zelfs het volk was overtuigd geraakt van Samuëls eigenbelang. Dat was dan ook een van de redenen dat ze lichtvaardig waren omgesprongen met zijn waarschuwingen toen Saul tot koning gekozen werd.”
Dat Samuël handelde uit liefde tot zijn God lijkt de schrijver te zijn ontgaan. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Fictie kan geen dekmantel voor ongebreidelde fantasie zijn, vooral niet als het gaat om de Bijbelse geschiedenissen. Tenney lijkt van het Bijbelboek Esther een bruikbaar verhaal gemaakt te hebben, om vooral vrouwen te leren hoe belangrijk zij kunnen zijn in het leven. Door adviezen op te volgen en zich volledig te richten op de man van hun dromen kunnen zij zeer gelukkig worden en veel betekenen.
God is heel oppervlakkig aanwezig in dit verhaal. Op bladzijde 355 zegt Hadassa: „Natuurlijk is er nóg Iemand die deel uitmaakt van dit rollenspel. Ondanks ons beperkte zicht op de omstandigheden heeft Hij door alles heen over zijn mensen gewaakt en voor hen gezorgd.” God is in dit boek ’natuurlijk’ wél aanwezig, maar het verhaal richt zich vooral op de mens die zich klaar moet maken om geschiedenis te schrijven.
En dat gegeven past heel goed in de toespraken van de schrijver. Ik kan er niets aan doen. In mijn oren klinken ze niet na.