Nooit een saai moment met Pastors
ROTTERDAM (ANP) – Marco Pastors is niet langer wethouder in Rotterdam. Dinsdag dwong de gemeenteraad hem op te stappen. Dit nadat hij zich moest verantwoorden over gedane uitspraken over moslims.
Het was niet de eerste keer dat Pastors zich moest verantwoorden voor dergelijke uitspraken. In maart van dit jaar had hij in dagblad Metro gezegd „heel rare taferelen" te vrezen als een moslimpartij in een wijk bijna de meerderheid krijgt. De wethouder Fysieke infrastructuur van Leefbaar Rotterdam overleefde een motie van wantrouwen, maar moest zich verder onthouden van commentaar op andere zaken dan zijn portefeuille.Nooit een saai moment met Pastors. De goed gekleedde, snel gekapte en vlot gebekte wethouder van fysieke infrastructuur staat niet bekend om zijn diplomatieke uitlatingen, zeker waar het gaat om moslims of allochtonen in het algemeen. Zo zei hij over de toestroom van kansarmen naar Rotterdam en de manier om die stroom te stoppen: „Het gaat niet om een selectie op huidskleur. Je moet kijken naar de taalachterstand die nieuwkomers hebben, hun inkomen en of ze in de criminaliteit zitten. Ja, dan heb je het vaak over allochtonen".
Pastors werd op 10 september 1965 in Beneden–Leeuwen geboren. In 1983 kwam hij voor een studie bedrijfseconomie naar Rotterdam. Hij was meteen verknocht aan die stad, zei hij op de gemeentelijke internetsite.
Tijdens zijn studietijd kwam hij in contact met Pim Fortuyn en raakte met de vermoorde lijsttrekker van de LPF bevriend. In 1990 sloot Pastors zich aan bij het managementteam van Fortuyn’s OV–Studentenkaart BV. „Daar liggen de wortels van mijn politieke carrière", aldus Pastors. In 2002 werd hij lid van Leefbaar Rotterdam na eerst een jaar lid te zijn geweest van de VVD. Als zevende op de lijst van LR werd hij onderhandelaar bij de collegeonderhandelingen na de enorme verkiezingswinst van zijn partij.
Pastors werd wethouder fysieke infrastructuur ofwel ruimtelijke ordening. Sinds hij de functie van stadsbestuurder vervulde, heeft Pastors op een of andere manier steeds het landelijke nieuws gehaald. Niet alleen met opvallende uitspraken over allochtonen, maar ook met zijn beleid. Dat komt er in de kern op neer dat hij een evenwichtige spreiding wilde van kansarmen in de stad. Pastors wilde dat achterstandswijken weer leefbaar worden, op straat en in huis. Hij bindt de strijd aan tegen huisjesmelkers, tegen overbewoning, tegen verloedering. Het beleid om inkomenseisen te stellen aan nieuwkomers in de stad, krijgt landelijke navolging met de Rotterdam–wet.
De andere kant van Pastors’ medaille zijn de opvattingen die hij verkondigt. Zo botste hij met de raad over de maximum bouwhoogte van moskeeën in de stad. Hij zei dat er in Rotterdam de komende vijf jaar geen minaretten moeten bijkomen. De nota waarin dat werd vastgelegd, moest hij noodgewongen intrekken. Het laatste wapenfeit zijn de uitspraken over moslims die hun religie gebruiken om hun (wan)gedrag te verklaren. In het tv–programma Netwerk had Pastors in 2004 ook al zoiets gezegd: „Op het moment dat gelovigen het niet goed hebben, gaan ze het geloof heel erg belangrijk vinden."