Japan heeft zichzelf in het kader van ’wetenschappelijke vangst’ vergunning gegeven om de komende zes maanden 935 dwergvinvissen en tien vinvissen te vangen. Dit is tegen de zin van een meerderheid van de lidstaten van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC), die deze zomer in het Koreaanse Ulsan nog dit Japanse vangstprogramma Jarpa–2 veroordeelde.Het IFAW riep de internationale gemeenschap dinsdag op in te grijpen en de „wetenschappelijke massamoord" tegen te houden. De Zuidelijke IJszee is in 1994 door de IWC–landen aangewezen als beschermd walvisreservaat.

Dergelijke reservaten zijn bedoeld om de bedreigde walvispopulatie te laten herstellen, stelt Greenpeace. De organisatie is hoe dan ook tegen de walvisjacht en veroordeelt het uitvaren naar dit gebied daarom des te meer. „Japan zou alle andere landen moeten volgen in het respecteren van dit reservaat", aldus woordvoerder G. Drieman van Greenpeace.

De Tweede Kamerfractie van GroenLinks wil dat Nederland de Japanse ambassadeur op het matje roept. Kamerlid Vos heeft minister Veerman (Landbouw) gevraagd of hij internationaal stappen wil ondernemen om Japan terug te fluiten.

De commerciële walvisjacht is wereldwijd verboden sinds 1986. Noorwegen heeft zich nooit aan deze IWC–afspraak gehouden. Andere landen vingen tot nu toe geringe aantallen van deze zeezoogdieren voor wetenschappelijk onderzoek.

Met name Japan en IJsland hebben steeds minder zin om zich nog langer aan het vangstverbod te houden. Onder het mom van wetenschappelijke vangst, maken vissers jacht op honderden dieren. Het vlees belandt steeds openlijker in winkels en restaurants. Een vestiging van de Japanse fastfoodketen Lucky Pierrot lanceerde deze zomer zijn ’walvisburger’, een broodje dwergvinvis.

De IWC–landen proberen al enkele jaren tevergeefs nieuwe afspraken te maken over de walvisvaart.